Jozef, een profetisch levenSample

2 verspieders

Ook als we de geschiedenis van Jozef verlaten blijven Jozef en Juda op elkaar betrokken. Zo zijn de enige twee verspieders die de beloften van God sterker laten wegen dan de politieke omstandigheden Jozua, uit de kinderen van Jozef (Efraïm) en Kaleb uit de stam Juda. Zij ontvangen als erfdeel in Kanaän het hart van het beloofde land, Judea en Samaria (Efraïm en Manasse). Door de dwaling van het volk, komt het uiteindelijk tot een breuk. Nota bene bij Sichem, waar Juda Jozef verkocht heeft, ontstaat de scheuring tussen de zonen van Israël. De tien stammen van het Noordrijk zullen in de eerste ballingschap verdwijnen en niemand zal ze ooit weer terugvinden. Ze zijn verborgen in de wereld van de volkeren en God alleen weet waar zij gebleven zijn. Maar zij komen terug, teruggehaald worden ze door de Messias zelf. De profeet Ezechiël spreekt over de twee houten die weer tot één zullen worden en over de koning van de eindtijd, David die hen zal weiden op de bergen van Israël, één kudde en één herder (Ezechiël 37:24). Het is opzienbarend dat in onze tijd, nu de heilsgeschiedenis zover gevorderd is, het erfdeel van Juda en van Jozef in het centrum van de belangstelling staat.

De wereld spreekt over de bezette gebieden, over de westelijke Jordaanoever, maar de Heilige Schrift spreekt over Judea en Samaria. In de eindtijd, zegt de profeet Zacharia zullen zij de wapens zijn waarmee God op het wereldtoneel zal verschijnen, samen met Jeruzalem. ‘Want Ik span Mij Juda, op de boog leg Ik Efraïm’ (Zacharia 9:13). Het zijn niet de minste Joden die daar wonen. Zij vormen de geestelijke ruggengraat van de natie Israël doordat zij het geloof en de beloften van God en niet de politieke waan van de wereld voor maatgevend beschouwen. In feite is de eenheid van Juda en Jozef, die wij vandaag zien, aangevochten en aangeklaagd, niet anders dan een voorbode van de komst van de Messias, die zal blijken te zijn Jozef en Juda in één persoon: De Lam en de Leeuw.

Ooit was Jezus dicht bij Sichem, dicht bij het graf van Jozef. Er was geen eten en hij stuurde zijn leerlingen uit om brood te halen. Hij bleef alleen achter bij een put (!) toen een vrouw hem ontmoette. Hij wees op de velden die wit waren om de oogsten en getuigde tegen haar dat het heil uit de Joden is en uiteindelijk vertelde Hij wie Hij was en onthulde Hij dat Hij de beloofde Koning der Joden was voor wie de wereld buigen zou en die aan de wereld leven zou geven.

Jezus was de zoon van Jozef, ‘naar men meende’. Nee, in directe zin was Hij noch de zoon van Jozef, de man van Maria, noch de zoon van de uitverkoren zoon van Jakob. Maar Hij was wel degene waar Jozef in zijn leven naar verwees: Degene die zou zeggen: Daarom heeft God mij voor u uitgezonden om u een voortbestaan te verzekeren op aarde en om voor u een groot aantal geredden in het leven te behouden’(Genesis 45:7).