Leven tot Gods eer. Aansporingen van de apostel PetrusSample

Zondige woorden en een zondige houding Als we een Christen zijn, moet dat in ons hele leven blijken. Zelfs in de kleinste details. Aan het begin van zijn tweede hoofdstuk gaat Petrus in op slechtheid, bedrog, huichelarij, afgunst en kwaadsprekerij. Dit zijn allemaal zonden die niet meteen de aandacht trekken. Ze blijven vaak onder de oppervlakte verborgen en vallen niet zo op als moord, om een voorbeeld te noemen. Maar dat maakt ze niet minder schadelijk. De apostel Jakobus legt uit: “Want waar afgunst en eigenbelang is, daar heersen wanorde en allerlei kwade praktijken” (Jakobus 3:16 HSV). “Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid ... en zet onze levensloop vanaf het begin in vlam” (Jakobus 3:6 HSV). Deze zondige woorden en houding zijn verwoestend voor onze relatie met anderen en ze zijn niet passend voor Christenen wiens hart is gereinigd door Jezus’ bloed. Jezus zegt dat alles wat uit iemands mond komt, uit het hart voortkomt; “want uit de overvloed van het hart spreekt zijn mond” (Lukas 6:45 HSV). Dus als ons hart is schoongewassen van de zonde, moet het niet langer kwaadspreken. Integendeel, Jezus’ discipelen worden geroepen om “bedachtzaam als de slangen en oprecht als de duiven” te zijn (Mattheüs 10:16 HSV). Hun houding moet oprecht en beheerst zijn. Zijn jouw woorden liefdevol en oprecht, of zijn ze afgunstig en misleidend?