Loop mee met Marcus (Deel 1)Voorbeeld

Loop mee met Marcus (Deel 1)

Dag 8 van 10

Jezus' macht

We volgen het verhaal van Jezus, zoals Marcus dat vertelt. Na verschillende genezingen en bevrijdingen, volgt opnieuw een wonderlijke geschiedenis. Dit lijkt misschien ‘meer van hetzelfde’ te zijn. Lees je nauwkeuriger, dan blijken er heel wat betekenislaagjes in te zitten.

Marcus vat eerst nog even de kern van Jezus’ bediening samen: In heel Galilea verkondigde Hij het goede nieuws in de synagogen en dreef Hij demonen uit. Jezus blijft niet in de belangrijke plaats Kafarnaüm, hoewel daar nog genoeg mensen zijn die Hem nodig hebben. Er zijn namelijk nog allerlei andere plaatsen met een synagoge waar Jezus naartoe wil. Ook daar verkondigt Hij het evangelie van Gods Koninkrijk en drijft Hij demonen uit.

Op zeker moment komt er in een van de synagogen een melaatse man naar Jezus toe. Dat alleen al is hoogst opmerkelijk. Onder de noemer ‘melaatsheid’ vallen vermoedelijk verschillende huidziekten. Die kunnen besmettelijk zijn en dat is een van de redenen dat melaatsen in quarantaine moeten. Ze mogen alleen nog wonen op verlaten plekken buiten de bebouwde kom. Ze moeten hun kleren scheuren en hun hoofdhaar laten hangen. Steeds wanneer er iemand in de buurt komt, moeten ze roepen: ‘Melaats, melaats!’ Het sociale isolement is dus groot en de schande hiervan wordt diep gevoeld.

Naast mogelijke besmetting is er een andere, minstens zo belangrijke reden voor deze uitsluiting. Een dergelijke ziekte wordt gezien als een straf van God. De melaatse zal zijn ziekte aan zichzelf te wijten hebben. Dat maakt hem ritueel onrein. Wie hem aanraakt wordt ook onrein, zelfs als dat per ongeluk gebeurt. Wie onrein is, mag niet langer meedoen aan het religieuze leven. Soms is er in de synagoge een aparte plek voor melaatsen, afgescheiden door een scherm, maar vaak ook niet. Dat deze man hier in de stad en zelfs in de synagoge verschijnt is dus opvallend. Dat hij direct naar Jezus toekomt is dat nog meer. Hij neemt het risico dat hij door deze actie rabbi Jezus besmet met zijn ziekte en bovendien ritueel verontreinigt.

De mensen in de synagoge vallen van de ene verbazing in de andere. De melaatse loopt niet alleen op Jezus af, hij valt ook nog eens op zijn knieën voor Hem neer. Zo’n blijk van eerbied past alleen de Allerhoogste! Daarbij smeekt de man Jezus om hulp en verklaart luid en duidelijk waarom: 'Als U wilt, kunt U mij rein maken.' Alleen een priester kan een melaatse ritueel rein verklaren, maar uiteraard pas nadat deze van zijn huidziekte genezen is. Deze man verwacht blijkbaar dat Jezus beide kan: hem genezen en rein verklaren. Hij dicht Jezus zo’n groot gezag toe, dat hij gelooft dat Hij zowel zijn zonde als de straf op zijn zonde kan wegnemen.

Jezus stelt de man niet teleur en toont dat Hij inderdaad goddelijke autoriteit heeft. Dat laat Hij zien door zijn hand naar de man uit te strekken, hem aan te raken en kort en krachtig uit te spreken: ‘Ik wil het, word rein!’ Jezus wordt niet onrein door een melaatse aan te raken. De melaatse wordt rein door de aanraking van Jezus. Zijn ziekte verdwijnt onmiddellijk en daarmee ook zijn status van uitgesloten zondaar.

Jezus laat opnieuw zijn autoriteit zien. Dat doet Hij echter niet om zijn macht te showen. Marcus zegt dat Jezus handelt uit ‘innerlijke bewogenheid’. Hij wordt diep geraakt in zijn binnenste. Dat motiveert Hem om de melaatse aan te raken. Uit ontferming geeft Jezus hem zijn gezondheid en zijn sociale en godsdienstige leven terug. Door wie laat jij je vandaag raken?

Marcus vertelt hoe Jezus een melaatse geneest. Er blijkt een wereld achter te zitten. Nadat de ziekte in een klap weggenomen is, gaat het verhaal nog verder.

In vers 41 lazen we dat Jezus medelijden had, in andere vertalingen staat dat Hij ‘met innerlijke ontferming bewogen was’. Deze zeer krachtige uitdrukking duidt op sterke emoties. Nu komen we in vers 43 opnieuw zulke intense emoties tegen. Er staat dat ‘Jezus de man wegstuurde met een ernstige waarschuwing’. In het Grieks klinkt het eerder als: ‘Jezus verdrijft de man, briesend van boosheid’!

Die hevige verontwaardiging bij Jezus lijkt moeilijk te plaatsen, zeker nadat Hij kort daarvoor intense ontferming heeft gevoeld. De uitleggers verschillen dan ook over de reden van Jezus’ ongenoegen. Het heeft in elk geval te maken met wat Hij de man op het hart drukt: hij mag niemand vertellen wat Jezus voor hem heeft gedaan. Eerst moet hij langs de priester, zoals dat volgens Leviticus 13 is voorgeschreven. Alleen een priester kan vaststellen of iemand daadwerkelijk genezen is. Wanneer hij vervolgens het vereiste reinigingsoffer brengt, kan de man in ere hersteld worden. Hij is dan weer ritueel rein en kan het sociale en religieuze leven hervatten.

Wat maakt het voor Jezus zó belangrijk dat de man zich aan de Tora houdt? In de basis is dat natuurlijk omdat Jezus zich wil houden aan Gods Woord. Hij erkent de Tora als openbaring van God. Hij laat zo ook zien dat de God van het Oude Testament dezelfde is als zijn hemelse Vader, zonder Wie Hij niets kan en wil doen.

Toch lijkt er hier nog iets anders te spelen. Het gaat Jezus om het getuigenis dat de genezen man aflegt. De vraag is voor wie dit getuigenis is bedoeld: voor de mensen in het algemeen of voor de priesters? In het laatste geval wordt hier niet een mooi, positief getuigenis van goddelijke genezing bedoeld. Het is juist een getuigenis tégen de priesters. Deze man moet zijn als een getuige in de rechtszaal. Hij moet de schuld van de godsdienstige autoriteiten bevestigen. De priesters zullen zelf vaststellen dat Jezus daadwerkelijk een melaatse genezen heeft. Iets wat door rabbijnen als net zo moeilijk werd beschouwd als het opwekken van een dode. Bovendien zien ze hoe Jezus zich daarbij aan de Wet van Mozes houdt en daarmee ook het gezag van de priesters erkent. Als Jezus nu zo’n groot wonder heeft gedaan en loyaal blijkt aan de Tora, hoe komt het dan dat de priesters Jezus’ gezag niet erkennen? Het wordt hen door Jezus als schuld aangerekend.

Voor de genezen man is het wel duidelijk wie Jezus is en hoe groot zijn macht is. Hij kan hier niet over zwijgen en bazuint het overal rond. Daardoor kan Jezus zich niet meer in het openbaar vertonen. Nu moet Hij zich ophouden op plekken, waar je eerder de melaatse man kon aantreffen. Zó groots is Jezus, dat Hij zelfs de plek van een melaatse wil innemen nadat Hij hem zijn vrijheid teruggegeven heeft.

Opnieuw benadrukt Marcus het grote gezag van Jezus. Hoewel Hij zich aan de Tora houdt, overstijgt zijn autoriteit die van de Tora. Hoewel hij de plek van rabbi’s en priesters erkent, overstijgt zijn gezag die van hen. Dan komt weer Marcus’ prangende vraag op ons af: wie denken wij dat Jezus is? En willen wij zijn grote gezag erkennen?

Dag 7Dag 9

Over dit leesplan

Loop mee met Marcus (Deel 1)

Marcus neemt je in zijn korte evangelie mee in zijn ervaring met Jezus van Nazareth. Steeds wil hij je de vraag voorhouden wie jij denkt dat Hij is. De overdenkingen van Hans Alblas nodigen je uit om met Marcus mee te lopen, achter Jezus aan. Ze zijn eerder uitgezonden in het programma Levenswoorden op Groot Nieuws Radio. Laat je uitdagen, verwonderen en bemoedigen door Marcus en ontdek wat zijn evangelie vandaag voor jou kan betekenen.

More

We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: www.evangelisch-college.nl