1
Matteus 22:37-39
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939
NLD1939
Jesus zei hem: “Gij zult den Heer uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en heel uw verstand.” Dit is het grootste en eerste gebod. En het tweede daaraan gelijk: “Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.”
ប្រៀបធៀប
រុករក Matteus 22:37-39
2
Matteus 22:40
Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten.
រុករក Matteus 22:40
3
Matteus 22:14
Want velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren.
រុករក Matteus 22:14
4
Matteus 22:30
Want bij de verrijzenis huwt men niet, noch wordt men gehuwd; maar men zal zijn als engelen Gods in de hemel.
រុករក Matteus 22:30
5
Matteus 22:19-21
Laat Mij de cijnspenning zien. Ze hielden Hem een tienling voor. Jesus zeide hun: Wiens beeld en randschrift is dit? Ze zeiden: Van den keizer. Hij sprak tot hen: Geeft dan den keizer, wat den keizer toekomt; en geeft aan God, wat God toekomt.
រុករក Matteus 22:19-21
គេហ៍
ព្រះគម្ពីរ
គម្រោងអាន
វីដេអូ