Mate van geloofSample

Uit het gedeelte dat we gisteren hebben gelezen blijkt wel dat het hebben van een klein of weinig geloof helemaal geen probleem hoeft te zijn. Het kan namelijk groeien. In die zin is geloof geen status quo. Het beweegt en ontwikkelt en wordt beproefd. Geloof gaat veel verder dan zeggen ‘Ik geloof dat God bestaat.’ Dat geloven de demonen namelijk ook.

Het geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is, dat Hij voor de zonden van de mensheid stierf aan het kruis, opstond uit de dood en nu aan de rechterhand van God de Vader in de hemelen zit, is een alles bepalende levensovertuiging. Een overtuiging die bepaalt hoe we denken, spreken en handelen.

Uiteraard mogen we, net als de discipelen, vragen om een groter (groeiend) geloof. Maar ik vraag me af of dat verlangen niet onder het rubriekje schietgebeden valt. Zo van: ‘Heer, maak mijn geloof groter, sterker, beter en bovenal puur. Oh ja, en het liefst zo vlug mogelijk.’ Herkenbaar? Paulus schreef aan de gelovigen in Korinthe: Ik heb het geloof in u geplant, Apollos heeft het verder verzorgd, maar alleen God kon het laten groeien (1 Korinthiërs 3:6, HTB).

Het is God die ons geloof laat groeien, dat wil Hij. Het is niet de bedoeling dat we een baby-gelovige blijven, maar juist dat we groeien tot volwassenheid in het geloof. Ons geloof kan groeien door het in te zetten, door het uit te leven, door beproevingen. Groeien in geloof is genade én werk! De apostelen wisten dat heel goed.

Wij willen niet de eer van andermans werk voor onszelf opeisen, maar wij hopen dat uw geloof zal groeien en dat wij een groot werk onder u mogen doen, natuurlijk voor zover dat overeenkomt met Gods plannen (2 Korinthiërs 10:15, HTB).

Paulus verlangde ernaar vrucht van zijn werk onder de gelovigen in Korinthe te zien en dat in de vorm van groeiend geloof. We zien dat steeds in zijn brieven terugkomen. En eigenlijk is het in onze tijd nog steeds zo. We hebben allemaal mensen om ons heen nodig die ons helpen groeien in geloof opdat wij zelf ook een werker onder nieuwe gelovigen kunnen worden.

Daarom zal ik mijn werk onder u voortzetten en u helpen te groeien in uw geloof en blijdschap (Filippenzen 1:25, HTB)