Geloof; Wat houdt dat in?Sample

Verder zei God tegen Abraham: U moet uw vrouw Sarai niet meer Sarai noemen, maar haar naam zal Sara zijn (Genesis 17:15 )

Abram, ‘geëerde vader’ betekent dat, moest zichzelf niet meer voorstellen als: ‘Ik ben Abram’, maar met: ‘Ik ben Abraham’. Even later zegt God dat hij ook zijn vrouw niet langer bij haar oude naam moet noemen. Hij moet ‘prinses’ tegen haar zeggen: Sara.

Het maakt uit hoe je wordt genoemd. Dat blijkt ook uit onderzoeken. Als je iemand lang genoeg dom noemt of lui of waardeloos, gaat die zichzelf vanzelf als dom, lui of waardeloos zien. Andersom werkt dat ook zo. Een kind dat regelmatig positieve woorden hoort, heeft een beter zelfbeeld. Voor volwassenen geldt dat net zo goed. Het schijnt dat je voor elk negatief punt dat je over iemand zegt, drie positieve dingen moet noemen.

God weet wat woorden met je kunnen doen. Abram en Sarai hadden het nodig dat ze eerst op een andere manier naar zichzelf en elkaar leerden kijken. Zodat ze het grote geschenk dat Hij voor ze had konden ontvangen. Sara moet voortaan Abraham tegen haar man zeggen: vader van velen. En Abraham moet zijn vrouw voortaan Sara noemen: prinses, moeder van vele naties en koningen.

God gaat iets heel bijzonders in hun leven doen. Die gebeurtenis wordt in het Nieuwe Testament steeds als voorbeeld genoemd omdat het ons laat zien wat God doet in het leven van ons allemaal. Hij maakt ons nieuw. Hij geeft ons een nieuwe identiteit en daarbij hoort een nieuwe naam.

Hoe je genoemd wordt, doet ertoe.

Heb jij bijnamen? Schrijf ze eens op. Wat doen die namen met je? Als ze negatief zijn: kun je er iets tegen doen dat iemand je zo noemt, bijvoorbeeld door er wat van te zeggen? (Als je het niet kunt veranderen, vraag dan alsjeblieft God en andere mensen om hulp.)

Vader, U kent ons zo goed dat U zelfs weet hoe we genoemd willen of moeten worden. Heer, ik breng alle namen die mensen mij geven bij U. Laat me zien wat klopt met hoe U mij ziet en wat niet. Leer me naar mezelf te kijken zoals U naar mij kijkt. Dank U wel, Heer. In Jezus’ naam, amen.