Mattheüs 6:1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23
Mattheüs 6:1 HTB
‘Let erop dat u uw goede werken niet doet om bij de mensen op te vallen. Want dan krijgt u geen beloning van uw hemelse Vader.
Mattheüs 6:3 HTB
Als u goed voor iemand bent, houd het dan geheim. Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.
Mattheüs 6:8 HTB
Doe niet zoals zij. Bedenk dat uw Vader precies weet wat u nodig hebt, al voor u Hem erom vraagt!
Mattheüs 6:10 HTB
Laat uw Koninkrijk komen. Laat uw wil op de aarde worden gedaan, net zoals in de hemel.
Mattheüs 6:14 HTB
Want als u de mensen vergeeft wat zij verkeerd hebben gedaan, zal uw hemelse Vader ook u vergeven wat u verkeerd hebt gedaan.
Mattheüs 6:18 HTB
Dan zal niemand merken dat u vast, behalve uw Vader, die in het verborgene is. En die Vader, die ziet wat er in het verborgene gebeurt, zal u belonen.
Mattheüs 6:20 HTB
U kunt beter kostbaarheden in de hemel verzamelen, waar ze nooit zullen vergaan of worden gestolen.
Mattheüs 6:22 HTB
Het oog is de lamp van het lichaam. Als uw oog zuiver is en alleen op het goede gericht, leeft uw hele lichaam in het licht.
Mattheüs 6:23 HTB
Maar als uw oog boosaardig is, leeft u geheel in het donker. En als het licht in uw innerlijk verduisterd is, in welk een duisternis leeft u dan niet.