YouVersion Logo
Search Icon

De Psalmen 129

129
1Een lied Hammaäloth. Zij hebben mij dikwijls benauwd van mijn jeugd af, zegge nu Israël;
2Zij hebben mij dikwijls van mijn jeugd af benauwd; evenwel hebben zij mij niet overmocht.
3Ploegers hebben op mijn rug geploegd; zij hebben hun voren lang getogen.
4De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen der goddelozen afgehouwen.
5Laat hen beschaamd en achterwaarts gedreven worden, allen, die Sion haten.
6Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt;
7Waarmede de maaier zijn hand niet vult, noch de garvenbinder zijn arm;
8En die voorbijgaan, niet zeggen: De zegen des HEEREN zij bij u! Wij zegenen ulieden in den Naam des HEEREN.

Currently Selected:

De Psalmen 129: STV

Highlight

Share

Copy

None

Want to have your highlights saved across all your devices? Sign up or sign in

YouVersion uses cookies to personalize your experience. By using our website, you accept our use of cookies as described in our Privacy Policy