Bidden tot onze Vader

Het gebed dat Jezus zelf ons leert, begint met hoe wij God aanspreken: “Onze Vader, Die in de hemelen zijt”, (Mattheüs 6:9, HSV) en bevat vervolgens tweemaal drie beden. In het eerste drietal overheerst “Uw”, staat God op de voorgrond. In het tweede drietal klinkt steeds “ons” en “onze”, en komen onze belangen aan de orde. Dit geheel wordt besloten met een lofverheffing: “want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.” (Mattheüs 6:13, HSV)

Hieraan vooraf heeft Jezus gezegd hoe het niet moet, niet met fraaie volzinnen om God te manipuleren. Hij zegt: “Bid daarom dit gebed", zó dus (Mattheüs 6:9, HSV). Jezus geeft gebedsonderwijs. Elk bidden van Jezus’ volgelingen heeft in het Onze Vader zijn wezen en zijn grens. Maar Jezus schrijft ons niet voor met welke woorden wij elke keer opnieuw moeten bidden. Wij hoeven dit gebed niet steeds in dezelfde bewoordingen te herhalen. Dit gebed wil ons in elk geval inspireren wanneer wij bidden. Bid het elke dag tenminste één keer letterlijk, met aandacht, wees je bewust wat je bidt!

Misschien heb je moeite met het woord “Vader”, omdat je vader een man is (geweest) die jou verdriet heeft gedaan of heeft beschadigd; je bent in je vader teleurgesteld, of zelfs diep teleurgesteld. Lees daarom de Bijbel. Dan ontdek je wie God als Vader is, wat voor een Vader Hij is. God is werkelijk een volmaakte Vader. Want bedenk dat Hij zijn Zoon gaf om voor jou te sterven; zijn Zoon, die de vervloekte dood aan het kruis stierf om jou te redden! Hij geeft jou zijn Zoon om je te redden en door het leven te leiden. Dat leer je geloven door zijn Geest. Deze Vader geeft je werkelijk alles om in dit leven te slagen. Je wordt door te geloven een burger van zijn Koninkrijk.

Wij naderen nederig Vaders troon om Hem al ons willen en verlangen bekend te maken. Maarten Luther raadt ons aan tegen God te zeggen: “O almachtige God, u hebt ons geboden en geleerd dat wij U als Vader zullen aanzien en Vader zullen noemen. Dat is ondanks dat U volkomen rechtvaardig bent en terecht een strenge Rechter zou kunnen zijn over ons, die zondaren zijn”. Laten we daarom altijd God vragen ons te troosten met vertrouwen op zijn vaderlijke liefde. Bid dat je Hem die onze hemelse Vader is, zult dienen en gehoorzamen zoals het zijn kind past, met eerbied en godsvrucht.