Jezus volgen, wat het ook kost

Ondanks dat Paulus gevangen is, gaat hij door met de verkondiging van het Evangelie. De omstandigheden doen er voor Paulus niet toe. Hij gebruikt juist de omstandigheden, positief of negatief, om te doen waarvoor hij geroepen is: het Goede Nieuws van Jezus bekend maken aan Joden en niet-Joden, ja aan iedereen. Paulus ziet dat als Zijn grote opdracht. Hij is vol goede moed. God heeft hem tot hier gebracht, hij weet dat hij voor de keizer zal getuigen van zijn Heere Jezus Christus. En dat mag hem alles kosten.

Dat brengt ons bij een belangrijke vraag, wat mag hij het jou kosten om Jezus te volgen? Wat mag het jou kosten om het Evangelie bekend te maken aan anderen; dichtbij en ver weg? En als het volgen van Jezus jou nog weinig of niets heeft gekost, wat zegt dat dan? Voor Paulus hoort het volgen van Jezus en het verkondigen van het Evangelie helemaal bij elkaar. Dat gold niet alleen voor Paulus, maar voor alle mensen in zijn tijd die tot geloof kwamen. Iedereen kon aan hem merken dat er iets veranderd was en daar vertelde hij dan over. Herkennen mensen aan jou dat je een volgeling van Jezus bent?

Misschien zeg je, waarom moeten we ons met Paulus vergelijken? Dat is toch niet nodig? Dat klopt. Paulus had een bijzondere roeping. Maar wij hebben ook een roeping. Misschien voor je gevoel geen bijzondere, maar wel een algemene, die voor alle volgelingen van Jezus geldt. Wij zijn allemaal geroepen om het Evangelie te delen. Wat doe jij met die roeping?

Sluit af in gebed. Mocht je niet weten wat je kan bidden, zeg dit gebed dan hardop: “Vader in de hemel, soms vind ik het zo moeilijk om het Evangelie te delen. Ook omdat het me misschien vrienden gaat kosten. Maar Heere, geeft U mij de kracht om wel het Evangelie te delen wat het dan ook kost. In Jezus’ naam, Amen.”

Lees de Bijbelverzen op de volgende pagina’s met onderstaande 6 basisvragen in gedachten:

1. Wat vind je mooi, vreemd of moeilijk in dit Bijbelgedeelte?

2. Wat zegt dit gedeelte over God, Jezus en/of de Heilige Geest?

3. Wat zegt dit gedeelte over mensen?

4. Waarin herken jij jezelf?

5. Wat kun je uit de tekst leren en hoe kun je dat toepassen in het dagelijks leven?

6. Wat zou je hierover graag willen delen met iemand anders?