De reis naar Rome

Gisteren lazen we aan het einde van de overdenking hoe Paulus in goed aanzien staat bij anderen. Zo ook bij Julius, het hoofd van de keizerlijke afdeling, die onder andere Paulus begeleidt naar Rome. Zo mag Paulus in Sidon vrienden opzoeken. Vanuit Sidon vervolgen ze hun reis per schip, met soms een overstap naar een ander schip. Maar door de weersomstandigheden valt de reis soms tegen.

Paulus waarschuwt op den duur Julius om niet verder te reizen. Maar hij vertrouwde natuurlijk op de kapitein en stuurman. Uiteindelijk wordt besloten door te varen naar Kreta, om daar te overwinteren. Maar dan worden ze overvallen door een storm die vaker voorkomt op de Middellandse Zee. Het schip raakt stuurloos en ze besluiten zich te laten meeslepen door de wind en golven. De lading wordt overboord gegooid. De bemanning en passagiers verliezen alle hoop op redding.

Paulus grijpt dit moment aan en vertelt dat ze hadden moeten luisteren. Maar hij voegt ook een belofte toe. Niemand zal omkomen, hoewel het schip verloren zal gaan. Paulus vertelt ook dat hij dit weet door een engel van God. Omdat hij voor de keizer zal komen en daarom zal de rest ook behouden worden. Je ziet hier het Evangelie: mensen worden gerecht, uit genade, vanwege een ander. Het gebeurt zoals Paulus heeft gezegd. Ze komen aan op Malta. Het schip gaat verloren, maar iedereen wordt gered.

Sluit af in gebed. Mocht je niet weten wat je kan bidden, zeg dit gebed dan hardop: “Vader in de hemel, dank U wel dat U voor ons bent gestorven. Ik dank U voor Uw oneindige genade, die ik niet verdien. Maar die U mij wel wil geven. Heere Jezus, mag ik toch vertrouwen op Uw belofte en me daaraan vasthouden. In Jezus’ naam, Amen.”

Lees de Bijbelverzen op de volgende pagina’s met onderstaande 6 basisvragen in gedachten:

1. Wat vind je mooi, vreemd of moeilijk in dit Bijbelgedeelte?

2. Wat zegt dit gedeelte over God, Jezus en/of de Heilige Geest?

3. Wat zegt dit gedeelte over mensen?

4. Waarin herken jij jezelf?

5. Wat kun je uit de tekst leren en hoe kun je dat toepassen in het dagelijks leven?

6. Wat zou je hierover graag willen delen met iemand anders?