Jezus’ veroordeling, dood en opstanding (zoals beschreven door Johannes)Voorbeeld

Jezus ondervraagd

“De hogepriester dan ondervroeg Jezus over Zijn discipelen en over Zijn onderricht.” (Johannes 18:19)

Jezus was gevangengenomen op initiatief van de religieuze leiders. Hij werd dan ook naar de hogepriester gebracht voor een verhoor. Maar het was een vreemde ondervraging. Jezus merkte terecht op: “Ik heb openlijk gesproken tot de wereld; Ik heb altijd onderwezen in de synagoge en in de tempel, waar de Joden altijd samenkomen, en Ik heb niets in het verborgen gesproken. Waarom ondervraagt u Mij?” (Johannes 18:20-21)

Opvallend is dat de hogepriester niet alleen vroeg naar Jezus’ onderwijs, maar ook naar Zijn discipelen. Hij wilde weten hoe groot Jezus’ aanhang was en was er mogelijk op uit om ook die volgelingen te arresteren. Dat was ook de angst van Petrus, één van de discipelen die op de achtergrond toekeek. Toen hem door andere aanwezigen gevraagd werd of hij een discipel van Jezus was, ontkende hij dat stellig — tot drie keer toe. Kort hiervoor had Petrus nog beweerd: “Mijn leven zal ik voor U geven!”. Toen al had Jezus hem gewaarschuwd, “De haan zal niet kraaien, voordat u Mij driemaal verloochend zult hebben.” Jezus wist dat Zijn discipelen Hem in de steek zouden laten. Hij moest Zijn ondervraging en de daaropvolgende lijdensweg alleen doorstaan.

Stel je voor dat jij als vriend van Jezus er toen bij was geweest. Zou je dan ook gevlucht zijn denk je, of zou je Hem hebben bijgestaan?