Deze audio bijbel is opgenomen door de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB)

Recorded by Christelijke bibliotheek voor blinden en slechtzienden (CBB), Ermelo.© Stichting HSV en Royal Jongbloed 2010-2018

Herziene Statenvertaling Audio Bijbel

<div class="version vid1990 iso6393nld" data-vid="1990" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkNUM">
 <div class="chapter ch9" data-usfm="NUM.9">
 <div class="label">9</div><div class="s">Het Pascha in de woestijn Sina&#239;</div><div class="p"> 1De HEERE sprak tot Mozes in de woestijn Sina&#239;, in het tweede jaar nadat zij uit het land Egypte vertrokken waren, in de eerste maand:</div><div class="p"> 2Laten de Isra&#235;lieten het #Ex. 12:1 enz.; Lev. 23:5; Num. 28:16; Deut. 16:2Pascha houden op zijn vastgestelde tijd.</div><div class="p"> 3Op de veertiende dag in deze maand, tegen het vallen van de avond,#9:3 tegen &#8230; avond - Letterlijk: tussen twee avonden; zie ook de verzen 5 en 11. moet u het houden, op zijn vastgestelde tijd; u moet het houden volgens alle bijbehorende verordeningen en bepalingen.</div><div class="p"> 4Mozes zei tegen de Isra&#235;lieten dat zij het Pascha moesten houden.</div><div class="p"> 5Zij hielden het Pascha op de veertiende dag van de eerste maand, tegen het vallen van de avond, in de woestijn Sina&#239;. Overeenkomstig alles wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden de Isra&#235;lieten.</div><div class="s">Verandering van de vastgestelde tijd</div><div class="p"> 6Nu waren er mensen die vanwege het aanraken van het dode lichaam van een mens onrein waren, en op die dag het Pascha niet konden houden. Daarom kwamen zij die dag naar voren, v&#243;&#243;r Mozes en v&#243;&#243;r A&#228;ron.</div><div class="p"> 7En die mensen zeiden tegen hem: Wij zijn onrein vanwege het aanraken van het dode lichaam van een mens. Waarom zouden wij afgehouden worden om de offergave van de HEERE op zijn vastgestelde tijd in het midden van de Isra&#235;lieten aan te bieden?</div><div class="p"> 8Mozes zei tegen hen: Blijf staan, dan zal ik horen wat de HEERE u gebiedt.</div><div class="b"></div><div class="p"> 9Toen sprak de HEERE tot Mozes:</div><div class="p"> 10Spreek tot de Isra&#235;lieten en zeg: Iedereen onder u of onder de generaties na u, wanneer hij onrein is vanwege het aanraken van een dood lichaam of ver onderweg is, moet toch voor de HEERE het Pascha houden.</div><div class="p"> 11In de tweede maand, op de veertiende dag, tegen het vallen van de avond, moeten zij het houden; met ongezuurde broden, en met bittere kruiden moeten zij het eten.</div><div class="p"> 12Zij #Ex. 12:46; Joh. 19:33,36mogen er niets van over laten blijven tot de volgende morgen en mogen er geen been van breken; volgens alle verordeningen voor het Pascha moeten zij het houden.</div><div class="p"> 13Maar de man die rein is en niet onderweg is, en die nalaat om het Pascha te houden, die persoon moet van zijn volksgenoten worden afgesneden. Hij heeft immers de offergave van de HEERE niet op zijn vastgestelde tijd aangeboden; die persoon moet zijn zonde dragen.</div><div class="b"></div><div class="p"> 14En wanneer er een vreemdeling bij u verblijft, moet ook hij het Pascha voor de HEERE houden. Volgens de verordening van het Pascha en de bepaling ervan, zo moet hij het houden. #Ex. 12:49Voor u geldt &#233;&#233;n verordening, zowel voor de vreemdeling als voor de ingezetene van het land.</div><div class="s">De wolk- en vuurkolom boven de tabernakel</div><div class="p"> 15 # 
 Ex. 40:34
 Op de dag dat de tabernakel werd opgebouwd, bedekte de wolk de tabernakel, de tent van de getuigenis; en 's avonds was hij op de tabernakel als een verschijning van vuur, tot de volgende morgen.</div><div class="p"> 16Zo was het voortdurend: de wolk bedekte hem en 's nachts was hij als een verschijning van vuur.</div><div class="p"> 17Maar als de wolk opgeheven werd van boven de tent, braken de Isra&#235;lieten daarna op; en op de plaats waar de wolk bleef rusten, daar sloegen de Isra&#235;lieten hun kamp op.</div><div class="p"> 18Op het bevel van de HEERE braken de Isra&#235;lieten op, en op het bevel van de HEERE sloegen zij hun kamp op. #1 Kor. 10:1Alle dagen waarop de wolk op de tabernakel bleef rusten, bleven zij in hun kamp.</div><div class="p"> 19Als de wolk vele dagen boven de tabernakel bleef staan, namen de Isra&#235;lieten de voorschriften van de HEERE in acht en braken zij niet op.</div><div class="p"> 20Als het gebeurde dat de wolk maar weinig dagen op de tabernakel was, bleven zij op het bevel van de HEERE in hun kamp, en op het bevel van de HEERE braken zij op.</div><div class="p"> 21En als het gebeurde dat de wolk er vanaf de avond tot de volgende morgen was, wanneer de wolk 's morgens opgeheven werd, dan braken zij op; overdag of 's nachts, als de wolk opgeheven werd, braken zij op.</div><div class="p"> 22Of als de wolk twee dagen of een maand, of vele dagen lang op de tabernakel bleef rusten, #Ex. 40:36,37bleven de Isra&#235;lieten in hun kamp en braken zij niet op; maar als hij opgeheven werd, braken zij op.</div><div class="p"> 23Op het bevel van de HEERE sloegen zij hun kamp op en op het bevel van de HEERE braken zij op. Zij namen de voorschriften van de HEERE in acht, op het bevel van de HEERE, door de dienst van Mozes.#9:23 de dienst van Mozes - Letterlijk: de hand van Mozes.</div>
 </div>
 </div>
</div>

De HEERE sprak tot Mozes in de woestijn Sinaï, in het tweede jaar nadat zij uit het land Egypte vertrokken waren, in de eerste maand:
Laten de Israëlieten het Pascha houden op zijn vastgestelde tijd.
Op de veertiende dag in deze maand, tegen het vallen van de avond, moet u het houden, op zijn vastgestelde tijd; u moet het houden volgens alle bijbehorende verordeningen en bepalingen.
Mozes zei tegen de Israëlieten dat zij het Pascha moesten houden.
Zij hielden het Pascha op de veertiende dag van de eerste maand, tegen het vallen van de avond, in de woestijn Sinaï. Overeenkomstig alles wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden de Israëlieten.

Nu waren er mensen die vanwege het aanraken van het dode lichaam van een mens onrein waren, en op die dag het Pascha niet konden houden. Daarom kwamen zij die dag naar voren, vóór Mozes en vóór Aäron.
En die mensen zeiden tegen hem: Wij zijn onrein vanwege het aanraken van het dode lichaam van een mens. Waarom zouden wij afgehouden worden om de offergave van de HEERE op zijn vastgestelde tijd in het midden van de Israëlieten aan te bieden?
Mozes zei tegen hen: Blijf staan, dan zal ik horen wat de HEERE u gebiedt.

Toen sprak de HEERE tot Mozes:
Spreek tot de Israëlieten en zeg: Iedereen onder u of onder de generaties na u, wanneer hij onrein is vanwege het aanraken van een dood lichaam of ver onderweg is, moet toch voor de HEERE het Pascha houden.
In de tweede maand, op de veertiende dag, tegen het vallen van de avond, moeten zij het houden; met ongezuurde broden, en met bittere kruiden moeten zij het eten.
Zij mogen er niets van over laten blijven tot de volgende morgen en mogen er geen been van breken; volgens alle verordeningen voor het Pascha moeten zij het houden.
Maar de man die rein is en niet onderweg is, en die nalaat om het Pascha te houden, die persoon moet van zijn volksgenoten worden afgesneden. Hij heeft immers de offergave van de HEERE niet op zijn vastgestelde tijd aangeboden; die persoon moet zijn zonde dragen.

En wanneer er een vreemdeling bij u verblijft, moet ook hij het Pascha voor de HEERE houden. Volgens de verordening van het Pascha en de bepaling ervan, zo moet hij het houden. Voor u geldt één verordening, zowel voor de vreemdeling als voor de ingezetene van het land.

Op de dag dat de tabernakel werd opgebouwd, bedekte de wolk de tabernakel, de tent van de getuigenis; en 's avonds was hij op de tabernakel als een verschijning van vuur, tot de volgende morgen.
Zo was het voortdurend: de wolk bedekte hem en 's nachts was hij als een verschijning van vuur.
Maar als de wolk opgeheven werd van boven de tent, braken de Israëlieten daarna op; en op de plaats waar de wolk bleef rusten, daar sloegen de Israëlieten hun kamp op.
Op het bevel van de HEERE braken de Israëlieten op, en op het bevel van de HEERE sloegen zij hun kamp op. Alle dagen waarop de wolk op de tabernakel bleef rusten, bleven zij in hun kamp.
Als de wolk vele dagen boven de tabernakel bleef staan, namen de Israëlieten de voorschriften van de HEERE in acht en braken zij niet op.
Als het gebeurde dat de wolk maar weinig dagen op de tabernakel was, bleven zij op het bevel van de HEERE in hun kamp, en op het bevel van de HEERE braken zij op.
En als het gebeurde dat de wolk er vanaf de avond tot de volgende morgen was, wanneer de wolk 's morgens opgeheven werd, dan braken zij op; overdag of 's nachts, als de wolk opgeheven werd, braken zij op.
Of als de wolk twee dagen of een maand, of vele dagen lang op de tabernakel bleef rusten, bleven de Israëlieten in hun kamp en braken zij niet op; maar als hij opgeheven werd, braken zij op.
Op het bevel van de HEERE sloegen zij hun kamp op en op het bevel van de HEERE braken zij op. Zij namen de voorschriften van de HEERE in acht, op het bevel van de HEERE, door de dienst van Mozes.

Sikiliza Numeri 9