Van begin tot eeuwigheidVoorbeeld

Davids koningschap en Gods verbond met David

Lees: 2 Samuël 7

SOAP: 2 Samuël 7:16

Het koningschap van David was een van de belangrijkste die Israël gekend heeft. David verenigde het rijk, breidde het grondgebied uit en was koning én grote strijder. Belangrijker nog: David stond bekend als een man naar Gods hart.

David hield zoveel van God dat hij een tempel voor God wilde bouwen. Maar God stond hem dat niet toe, omdat hij een man van bloedvergieten was geweest. God wees David niet af, maar sloot met hem een verbond: het Davidisch verbond.

Niet David zou een huis voor God bouwen, maar God zou voor David een huis, een koninkrijk en een troon oprichten. God beloofde dat Davids zoon degene zou zijn die een tempel zou bouwen en dat het koninkrijk Israël vrede zou hebben met zijn vijanden. De grootste belofte die God deed, was dat een nakomeling van David voor altijd op de troon zou zitten.

God heeft ons laten zien dat de Redder een afstammeling van Abraham zou zijn, een Israëliet uit de lijn van Juda (Genesis 49:10) én uit de familielijn van David. God was nog steeds bezig met zijn reddingsmissie en Hij onthulde steeds meer over wie de Verlosser zou zijn.

David was verre van volmaakt (2 Samuël 11-12; Psalm 51), maar na hem zou er Iemand komen die in alle opzichten volmaakt zou zijn. Hij zou de Koning der koningen en Heer der heren zijn. Op een dag zal Hij voor eeuwig regeren als de eeuwige Koning.

Gebed

Here God, dank U voor de belofte die U aan David hebt gedaan en voor Uw reddingsmissie om de mensheid te verlossen. Open mijn ogen om in de Bijbel meer van Uw grootse karakter te zien. Amen.