Levenswoorden uit FilippenzenVoorbeeld

Niet zwijgen, maar getuigen
Misschien heb je wel eens gehoord van mensen die in de gevangenis tot geloof zijn gekomen. Of dat hun geloof daar juist is verdiept. Paulus, de schrijver van de brief aan de Filippenzen, zit in de gevangenis. Zijn situatie is onzeker: komt hij vrij, of zal hij ter dood veroordeeld worden? En toch klinkt zijn brief niet als een wanhoopskreet. Integendeel! Er spreekt hoop uit. Rust en vertrouwen. Wat is het geheim van Paulus’ vreugde, zelfs in gevangenschap?
Filippi was geen gewone stad. Het was een Romeinse kolonie, bevolkt met gepensioneerde soldaten en kolonisten die trots waren op hun Romeins burgerschap. Alles in deze stad ademde loyaliteit aan de keizer en het rijk. Rome vereiste gehoorzaamheid en eerbied voor haar keizers — die werden zelfs als goden vereerd. Tempels, beelden en keizerlijke cultusfeesten waren dagelijkse kost. De christenen echter dienden niet de keizer, maar Jezus Christus. Als christen in een Romeinse kolonie kreeg je te maken met wantrouwen, sociale uitsluiting, en soms zelfs geweld. Ze weigerden bijvoorbeeld mee te doen aan keizercultus, feestdagen en offers. Ze trokken zich terug van publieke religieuze rituelen – en dat werd als asociaal ervaren. Alsof ze zich afscheidden van de samenleving. En dat riekt naar rebellie. De gemeente in Filippi wist wat vervolging betekende.
Paulus weet dus precies aan wie hij schrijft. Hij bemoedigt de gemeente niet met lege woorden, maar met wat hij zelf doorleeft. Hij is gegeseld en in de gevangenis geworpen, maar hij weet dat het gebed en de Heilige Geest hoop geven voor morgen. Wat mensen doen (bidden), en wat God doet (door de Geest werken), versterken elkaar. De Heilige Geest is geen vaag concept, maar een levende Persoon die Paulus moed, vrede en richting geeft. Zo wordt zijn situatie, hoe zwaar ook, een plaats van hoop. Hij laat de gemeente weten dat hun gebeden kracht hebben en dat de Heilige Geest werkelijk bij hem is. Dat verandert alles.
In vers 20 roept Paulus hen op om zich niet te schamen voor Christus, hoe de wereld ook kijkt. In Rome gold: eer is alles, schaamte is dodelijk. Als je gevangen zit, dan is dat je eigen schuld. Je hebt gefaald, je hebt verloren. Paulus wéét dat mensen op hem neerkijken. Hij schrijft juist daarom: ik wil mij nergens voor hoeven schamen. Hij is niet bang voor gezichtsverlies. Hij bedoelt: ik wil trouw blijven aan Jezus, ook als het me mijn leven kost. De echte schande zou zijn: zwijgen over Christus. Hem verloochenen uit angst. Paulus bidt dat hij mag standhouden.
Voor de gemeente in Filippi is dat een krachtig voorbeeld. Als zij Christus blijven belijden, krijgen zij met tegenstand te maken. Dan helpt het om te weten dat Paulus in zijn ketenen niet zwijgt, maar blijft getuigen. Niet met agressie, maar met overgave. Niet met geweld, maar met liefde.
Misschien verwacht je dat Paulus de brief vervolgt met hoe moeilijk het is om te volharden. Dat hij bidt om een wonder, of dat hij verlangt naar een eerlijk proces. Maar in vers 21 klinkt een van de meest kernachtige zinnen uit het hele Nieuwe Testament: ‘Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst.’
Deze uitspraak van Paulus is geen stoere geloofstaal. Het is zijn geloofsbelijdenis, ontstaan in de hitte van beproeving. En het zet alles op z’n kop. Voor mensen in een cultuur waar dood gelijkstond aan verlies, klinkt dit als een omgekeerde wereld. Toch meent Paulus elk woord. Want voor hem draait álles om Christus: in leven én in sterven. Hij weet niet wat hem gaat overkomen. Hij weet alleen dat beide scenario’s tot de eer van Christus zullen leiden. Zijn lichaam mag een levend billboard zijn voor Jezus. Een getuigenis dat zichtbaar is. Of hij nu de kans krijgt om te spreken, of om stil te lijden. Of hij nu vrijgesproken wordt, of ter dood veroordeeld. Paulus zegt eigenlijk: als ik maar iets van Jezus mag laten zien – dan is het goed.
Paulus bedoelt hier: Als Christus de inhoud is van mijn bestaan, dan is Hij het voorbeeld dat ik wil navolgen. Zoals Jezus heeft gewandeld, zo wil ik ook wandelen zolang ik op aarde ben.
Dit is iets anders dan wat er staat in Galaten 2:20-21:
‘Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij…’ (HSV)
Paulus’ identiteit en leven zijn volledig verbonden met Christus. Hij is met Hem gekruisigd, zijn oude ik is gestorven, en door Christus heeft hij nieuw leven ontvangen. Hij is afhankelijk van Gods genade — niet van zijn eigen verdiensten of het houden van de wet.
Op het moment dat je tot geloof komt, ontvang je nieuw leven. Christus komt met Zijn Geest in je wonen. Dat leven heb je van God gekregen. Als gelovige ís Christus je leven. Dat geldt voor zowel pasgeboren gelovigen als voor wie al jaren onderweg is. In de kern is dat leven hetzelfde, zonder verschil.
De uitspraak ‘Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst’ gaat over Paulus’ toewijding aan Christus. Het laat zien hoe hij aankijkt tegen leven en dood. Hij ziet zijn leven als een kans om Christus te dienen – of hij blijft leven of zal sterven. Hij spreekt hier niet over het levensbeginsel, maar over een levensstijl.
Elke gelovige kan zeggen: ‘Christus is mijn leven.’ Maar alleen geestelijk volwassen gelovigen kunnen met Paulus zeggen: ‘Want het leven is voor mij Christus’. Niets in jouw leven doe je zonder Hem. Je zet geen stap zonder Hem. In alles heeft Christus een plaats. Het is niet het volgen van de richtlijnen van mensen of kerkleiders. Alleen Christus heeft gezag over je. Hij is de enige aan wie je gehoorzaam bent.
Hoe komt dit voor jou over? Wat doet dit met jou? We zeggen heel gauw: Jezus is mijn nummer 1! Is Hij nummer 1 binnen al je omstandigheden van het bestaan? Doe je werkelijk alle dingen met Christus? Ben je volkomen gehoorzaam aan Hem?
Het is geen valse ootmoed of vroomheid. Het is zeggen: alleen Christus!
Je cijfert jezelf weg, omdat Christus wordt grootgemaakt. Dit lijkt ver weg van de realiteit en onze aard. Overal kom je mensen tegen die zichzelf zoeken en zichzelf belangrijk vinden. Het gaat alleen niet om ons of onze carrière. Het gaat om Jezus alleen!
Schrift
Over dit leesplan

In dit leesplan ontdek je hoe Paulus – midden in gevangenschap en onzekerheid – woorden van rust en vertrouwen schrijft. Niet omdat hij alles op orde heeft, maar omdat zijn zekerheid in God ligt. Zijn brieven raken het hart: over bewogenheid voor mensen, leven voor Christus, dienen in nederigheid, leven als hemelburger en kracht vinden in Jezus. Laat je bemoedigen en uitdagen door deze levenswoorden, als een uitnodiging tot een leven dat echt gevormd wordt door Christus. De overdenkingen zijn geschreven door Janine Lemans, eerder uitgezonden in het programma Levenswoorden op Groot Nieuws Radio en te beluisteren via Spotify (Evangelisch College).
More
We willen Evangelisch College bedanken voor het verstrekken van dit plan. Ga voor meer informatie naar: www.evangelisch-college.nl
Gerelateerde leesplannen

De reis van Mary Magdalene, Deel 2: 'Genezen en bevrijd'

Door het boek Handelingen 1 met Paul Visser

Bijbelse principes over ontwikkelen I Ontwikkelen in verbondenheid I Deel 2

De reis van Mary Magdalene, Deel 1: 'Geroepen worden'

Wat ga je zaaien?

Vaderhart van God

De reis van Mary Magdalene, Deel 3: ‘Niet buitengesloten!’

De reis van Matthew, Deel 3: ‘Ontdek je roeping’

Bijbelse principes over ontwikkelen I Authentiek ontwikkelen I Deel 1
