Gods liefde voor IsraëlVoorbeeld

God sloot zijn verbond met Israël bij de berg Horeb. Israël accepteerde dat verbond van harte: 'Wij zullen doen en horen' (naar Exodus 24:7). In dit verbond gaf de Heere instructies om het leven met Hem en met elkaar mogelijk te maken. Deze instructies staan allemaal opgeschreven in de Thora, de eerste vijf boeken van onze Bijbel.

Maar de Bijbel laat zien dat het volk Israël vaak ongehoorzaam was. Ze liepen zelfs andere goden achterna. De Bijbel noemt deze afgodsdienst vaak hoererij. Profeten als Amos en Jesaja zijn enorm kritisch over het onrecht dat in Jeruzalem plaatsvond. Maleachi verafschuwde het gebrek aan toewijding aan de tempeldienst. Er zijn weinig godsdienstige boeken zo eerlijk en confronterend als de Bijbel. Deze afgoderij leidde ertoe dat Israël in twee rijken opsplitste, Juda en Israël (zie 1 Koningen 11). Uiteindelijk vielen deze beide rijken en werden de bewoners in ballingschap weggevoerd.

Toch voorzeggen alle profeten de terugkeer, de hereniging en het herstel van het volk Israël in het beloofde land. De profeet Jesaja bidt om Gods ontferming: “...U, Heere, bent onze Vader, onze Verlosser van oude tijden af is Uw Naam” (Jesaja 63:16, HSV). In die noodsituatie ontdekt Israël weer de intimiteit met God: God is onze Vader die ons altijd gered heeft en ook nu weer redden zal.

Bid vandaag: God van Israël, help Uw volk en ook mij om U te volgen, te gehoorzamen en te doen wat U van ons vraagt.