Gods liefde voor IsraëlVoorbeeld

God herinnert via de profeet Hosea aan die begintijd in Egypte. Israël was een kind. En God hield als een liefdevolle Vader van zijn kind. Daarom riep Hij zijn zoon en haalde hem weg uit Egypte. God hield zoveel van zijn kind, dat Hij hem in zijn armen droeg en hem leerde lopen.

Maar kinderen kunnen ook eigenwijs en ongehoorzaam zijn. Israël gedroeg zich als zo’n ongehoorzaam kind. Steeds weer lezen we in het Oude Testament dat Israël afgoden diende, vooral de Baäls. Krachten in de natuur, vruchtbaarheid en voorspoed, werden als goden vereerd. Een klap in het gezicht van de ware God, want God zoekt een relatie en wil voor zijn kind (zijn volk) zorgen.

Desondanks blijft God in liefde verlangen naar zijn kind. Hij laat het nooit los. Al is Hij woedend, zijn woede heeft niet het laatste woord. Steeds weer roept Hij zijn kind. Hij trekt hen met “...koorden van liefde...” (Hosea 11:4, HSV) naar zich toe. Uiteindelijk bewijst God zijn liefde door zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, te sturen. Hij sterft voor de zonde van Israël en van de volken. Door zijn dood en opstanding mogen ook wij leven met God.

Dank God vandaag voor zijn oneindige liefde en trouw. Voor zijn volk Israël en ook voor ons!