God roept jou

Gisteren lazen we over Stefanus die gestenigd werd. De vervolging van de christenen nam toe. Eén van de vervolgers was Saulus, die later Paulus wordt genoemd. In Handelingen 9:1-9 lezen we hierover, Saulus vraagt een brief op bij de raad om toestemming te krijgen mannen en vrouwen gevangen mee te kunnen terugnemen naar Jeruzalem. Op weg naar Damascus wordt hij door God stilgezet.

We kunnen hier twee dingen in leren. In Genesis 3:8-9 riep God de mens in het paradijs voor de eerste keer in de Bijbel. Zoals God Adam riep in het paradijs en zelfs Paulus, de man die christenen vervolgde, roept God ook jou de dag van vandaag.

Als tweede lezen we in Lukas 23:33-34 dat Jezus aan het kruis zegt: ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen’. Onze zonden zijn niet te groot dat God ons niet kan roepen. En die vergeving van God laat zien dat niets je kan scheiden van de liefde van God. Hij vergeeft al je zonden. Zoals je genade niet kan verdienen, is er ook niks wat je kan doen om Gods genade te verliezen.

Sluit af in gebed. Mocht je niet weten wat je kan bidden, zeg dit gebed dan hardop: “Vader in de hemel, dank U wel dat U ook stierf voor mij. Dank U wel dat U mij roept. Dank U wel dat U doorgaat met Uw werk, ondanks alle vervolgingen. Heer, geef mij een bereid hart om te dienen voor U. In Jezus’ naam, Amen.”

Lees de Bijbelverzen op de volgende pagina’s met onderstaande 6 basisvragen in gedachten:

1. Wat vind je mooi, vreemd of moeilijk in dit Bijbelgedeelte?

2. Wat zegt dit gedeelte over God, Jezus en/of de Heilige Geest?

3. Wat zegt dit gedeelte over mensen?

4. Waarin herken jij jezelf?

5. Wat kun je uit de tekst leren en hoe kun je dat toepassen in het dagelijks leven?

6. Wat zou je hierover graag willen delen met iemand anders?