30 dagen op weg met de PsalmenVoorbeeld

Een vraag om gerechtigheid

“Ruk mij niet weg met de goddelozen
en met allen die onrecht bedrijven
die van vrede spreken met hun naaste,
terwijl er kwaad is in hun hart.
Vergeld hun naar wat zij verdienen.” (Psalm 28:3-4 HSV)

De situatie van David is niet rooskleurig. Hij heeft dringend Gods hulp nodig. “Want houdt U Zich stil voor mij, dan ben ik aan hen gelijk die in de kuil neerdalen,” klaagt hij (Psalm 28:1 HSV). David is aan het eind van zijn krachten. Zonder Gods hulp is hij ten dode opgeschreven.
Davids problemen hebben te maken met “goddelozen” die hun vrienden weliswaar vrede toewensen, maar ondertussen anderen onrecht aandoen. Tegen zulke mensen kan David niet op. Hij wil ook niet persoonlijk wraak nemen, maar vraagt God om het kwaad te vergelden. Een paar verzen later kan hij dankbaar terugblikken: “Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft mijn luide smeekbeden gehoord.” (Psalm 28:6 HSV)

David is bepaald niet de enige die te maken krijgt met onrechtvaardige, kwaadwillige mensen. Misschien ken jij ze ook wel. Hoe ga jij met zulke situaties om? Zou je een voorbeeld kunnen nemen aan David en de Heere God vragen om het kwaad te vergelden? Je zou de afsluitende woorden van deze psalm zelfs letterlijk kunnen opnemen in je gebed: “Verlos Uw volk en zegen Uw eigendom, weid hen en draag hen tot in eeuwigheid.” (Psalm 28:9 HSV)

Deze overdenking is de laatste in deze serie. 30 dagen lang hebben we nagedacht over een breed scala aan psalmen. Welke spraken jou het meest aan? En welke vond je het meest leerzaam?

Voor meer leesplannen kunt u terecht op de GlobalRize pagina in YouVersion.
Artikelen over God, de Bijbel en het christelijk leven vindt u op onze website bijbelwoord.net.