30 dagen op weg met de PsalmenVoorbeeld

Leven tot eer van God

“Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart
welgevallig zijn voor Uw aangezicht,
HEERE, mijn rots en mijn Verlosser!” (Psalm 19:15 HSV)

De meeste mensen vinden het niet fijn om beperkt te worden door regels. Maar David stelt: “De bevelen van de HEERE zijn recht, zij verblijden het hart” (Psalm 19:9 HSV). Waarom is David zo blij met Gods wet? Hij heeft ervaren dat zij Gods wijsheid weerspiegelt en beter advies geeft dan enig mens ooit zou kunnen. Het onderhouden van Gods geboden bewaart ons voor ernstige fouten. Deze wet is de openbaring en het onderwijs van onze volmaakt wijze, liefdevolle hemelse Vader. Daarom wordt het opvolgen van deze aanwijzingen rijk beloond (zie vers 12).

Maar David houdt zich niet alleen aan Gods geboden omdat hem dat voordeel oplevert. Het is zijn verlangen om God met zijn hele leven te eren. Niet slechts van de buitenkant, maar ook in zijn overpeinzingen en gedachten.

David is zich ervan bewust dat hij niet altijd volgens die ideaal leeft. Het lukt hem niet om God altijd te behagen. Daarom vraagt hij God om hulp en bescherming tegen de zonde.
Zeg jij deze woorden van David na? Accepteer je Gods geboden met blijdschap als het leidende principe voor jouw leven? Is het jouw verlangen om Hem in ieder woord en iedere gedachte te eren?