Wat is mijn roeping?Voorbeeld

Geroepen tot heerlijkheid

“Wij riepen u ertoe op waardig te wandelen voor God, Die u roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid.” (1 Thessalonicenzen 2:12 HSV)

God roept mensen tot geloof. Het doel daarvan is dat ze deel zullen uitmaken van Zijn toekomst. Paulus gebruikt daarvoor de woorden “koninkrijk” en “heerlijkheid”. In 1 Timotheüs 6:12 (HSV) spreekt hij over “het eeuwige leven” en in 2 Thessalonicenzen 2:14 (HSV) over “de heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus”. Ook Petrus schrijft over “Zijn eeuwige heerlijkheid” als de bestemming van gelovigen.

Al deze aanduidingen laten iets zien van een toekomst die vol zal zijn van Gods heerlijkheid, die nooit voorbij zal gaan en waarin Jezus Christus een centrale rol speelt als de Koning van hemel en aarde. In dat geweldige Koninkrijk mogen gelovigen hun thuis vinden. Nu al ervaren ze daar een begin van, maar aan het eind van de tijd zal het volkomen zijn.

Bij het woord “roeping” denken christenen al snel aan een taak die uitgevoerd moet worden. Maar de “roeping tot Gods heerlijkheid” is eerst en vooral een hartelijke uitnodiging om voor eeuwig te genieten van het goede dat de Heere God voor ons in petto heeft. Wel brengt deze roeping een verantwoordelijkheid mee om ook nu al te leven volgens de principes van Gods Koninkrijk, “in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid” (2 Thessalonicenzen 2:13 HSV).

Hoe stel jij je een toekomst in Gods heerlijkheid voor? Wat spreekt je daarin het meest aan?