Hoe word jij gelukkig?Voorbeeld

Mattheüs 5:7 — Zalig de barmhartigen

In de eerste vier zaligsprekingen beschrijft Jezus wat er leeft in het hart van hen die Hij zalig noemt. Ze zijn zalig, want zij zijn arm van geest, zij treuren, zij zijn zachtmoedig, en zij hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Zó zijn ze van binnen. Vervolgens spreekt Jezus over hoe dit zich uitwerkt in hun leven. Allereerst valt op dat zij barmhartig zijn. Het kan ook niet anders dan dat wie door Jezus wordt zalig geprezen, barmhartig is. Want als je werkelijk je eigen armoede kent, je gebrek aan heiligheid beseft, je tekort aan gerechtigheid, en weet van Gods ontferming in je eigen leven, dan heb je ontferming voor je naaste. Terwijl wie zelfvoldaan is, denkt dat wie er ellendig aan toe is dit aan zichzelf te wijten heeft, dat het eigen schuld is. Die brengt geen barmhartigheid op. Wat stelt je godsdienst voor? Jezus zegt: zalig ben je als je vroomheid en liefde in praktijk brengt. Barmhartig ben je als je anderen die verkeerd leven, niet veroordeelt, maar oproept tot geloof in Jezus Christus, die iedereen wil redden. Barmhartig ben je als je vergevingsgezind bent (6:12,14-15), medelijden hebt en de ander helpt in haar of zijn nood (9:27). Zalig de barmhartigen, daarin zit iets tegenstrijdigs. Wie barmhartig is, komt die wel genoeg voor zichzelf op, maakt die van zijn leven wel een geslaagd project? Heb je zelf dan wel een goed inkomen, en verwerf je bezit? Je kunt barmhartig zijn, en toch niet over de middelen beschikken om royaal te geven. Maar dit is geen probleem, want God ziet het hart aan. Jezus wil dat een volgeling van Hem niet alleen zijn eigen beproevingen draagt, maar uit medeleven deelt in de beproevingen van zijn medemens. Goed doen aan anderen zal je vreugde geven. Want het is zaliger te geven dan te ontvangen (Handelingen 20:35). Je ontvangt meer zegen door goed te doen met wat je bezit, of het veel of weinig is, dan door het te doen aangroeien en steeds meer te maken.

Geven maakt ons meer aan God gelijk. Die geeft aan allen en ontvangt van niemand. Geven maakt ons meer aan Jezus Christus gelijk, die goed doet terwijl Hij rondtrekt. De psalmdichter zegt: “Gelukkig degene die voor de arme zorgt” (Psalm 41:2). Wie zich ontfermt over de arme, de ellendige, die wordt door de HEERE zalig verklaard. Want zo lijk je op Hem!