Hoe word jij gelukkig?Voorbeeld

Mattheüs 5:6 — Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid

Wie hongert en dorst naar Gods gerechtigheid, zal verzadigd worden. Daarom verklaart Jezus hen gelukkig: zij zijn gered, zij delen in Gods heil. Want zij hebben een hartelijk verlangen naar de rechte verhouding tot God. Door de zonde en de opstand van de mens tegen God is deze relatie bedorven. Gerechtigheid is dat deze verhouding wordt hersteld, dat het weer goed is tussen God en ons. De gerechtigheid die ons heil brengt, bezitten we niet van onszelf, en de goede verhouding tot God kunnen we niet zelf tot stand brengen. De HEERE vervult de behoefte aan gerechtigheid van hen die zich voor Hem openstellen, die besef hebben van hun ongerechtigheid, en die het van Jezus Christus alleen verwachten.

God vervult hun verlangen in en door Christus. Want Hij is onze gerechtigheid. Ben je een zondaar die verlangt naar Gods gerechtigheid? Nu al wil Christus je verlangen bevredigen naar de rechte verhouding met God, naar verzoening, vrede, vreugde. In de toekomst zal je verzadiging volkomen zijn. In het boek Openbaring ziet Johannes een grote menigte die staat vóór de troon en vóór het Lam in de hemel. Hun honger en dorst naar de gerechtigheid is weggenomen (Openbaring 7:16). Hij schrijft: “Zij zullen geen honger of dorst meer hebben”. Johannes ziet het volk van God dat zijn gewaden heeft gewassen in het bloed van het Lam. Dit bloed spreekt van verzoening. Hun gewaden zijn wit als teken van de volkomen zuivere gemeenschap met Jezus Christus, waarin zij delen. Johannes ziet de volmaakte gemeenschap der heiligen. Door hun gemeenschap met Christus is hun honger en dorst naar gerechtigheid in eeuwigheid vervuld. Honger en dorst zijn begeerten die in ons natuurlijk leven telkens terugkeren en om nieuwe bevrediging vragen. De ziel die door God wordt levend gemaakt, roept voortdurend om een maaltijd van gerechtigheid (Matthew Henry). Wie hongert en dorst, zal werken om zijn voedsel. Zo is het ook op geestelijk terrein. We verlangen naar geestelijke zegeningen, en we doen er ook moeite voor, we richten ons op het verkrijgen ervan. Wie zó hongert en dorst, is zalig. Want dit verlangen is goed, is een voorproef van iets beters, en God zelf verwekt dit in ons. En Hij doet geen half werk, Hij volbrengt wat Hij begint. De Heilige Geest schenkt je de kracht om het verlangen naar Gods gerechtigheid vol te houden en de zekerheid dat het goed komt door Christus’ voorbede voor jou (Lukas 22:31-32). Halleluja!