DagelijkseBroodkruimels - Verken je krachtbron

Jeroen voor 't Hekke - God ziet jou

Durf te delen

Niet vergeten! Een aantal kernzaken die iedere christen moet onthouden

DagelijkseBroodkruimels - Leef als voorproefje

Manna voor elke dag - maand 3 - Sivan

DagelijkseBroodkruimels - Zaaien

Bible Breakdown - Judas

Je hebt een roeping

Blij in de Heer!

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkMAT">
 <div class="chapter ch25" data-usfm="MAT.25.31+MAT.25.32+MAT.25.33+MAT.25.34+MAT.25.35+MAT.25.36+MAT.25.37+MAT.25.38+MAT.25.39+MAT.25.40+MAT.25.41+MAT.25.42+MAT.25.43+MAT.25.44+MAT.25.45+MAT.25.46">
 <div class="p">31Wanneer Ik, de Mensenzoon, kom in mijn heerlijkheid met al de engelen, zal Ik op mijn schitterende troon zitten. 32Alle volken zullen voor Mij bijeen worden gebracht. Dan zal Ik hen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen en de bokken scheidt. 33De schapen zal Ik aan mijn rechterhand zetten en de bokken aan mijn linkerhand. 34Dan zal Ik tegen de mensen aan mijn rechterhand zeggen: &#8220;Kom, gezegende kinderen van mijn Vader. U mag het Koninkrijk binnengaan, dat van het begin van de wereld af voor u bestemd is. 35Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en u hebt Mij in uw huis uitgenodigd. 36Ik had niets om aan te trekken en u hebt Mij kleren gegeven. Ik was ziek en u hebt Mij opgezocht. Ik zat in de gevangenis en u bent bij Mij geweest.&#8221; 37Deze goede mensen zullen vragen: &#8220;Here, wanneer hebben wij gezien dat U honger had en hebben wij U te eten gegeven? Of dat U dorst had en hebben wij U te drinken gegeven? 38Of dat U een vreemdeling was en hebben wij U geholpen? Of dat U niets had om aan te trekken en hebben wij U kleren gegeven? 39En wanneer was U ziek of zat U in de gevangenis en hebben wij U bezocht?&#8221; 40Ik zal tegen hen zeggen: &#8220;Toen u dit voor &#233;&#233;n van mijn minste broeders hebt gedaan, deed u het voor Mij.&#8221;</div><div class="p"> 41Daarna zal Ik tegen de mensen aan mijn linkerhand zeggen: &#8220;Weg jullie, vervloekten! Naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn trawanten bestemd is. 42Want Ik had honger en u wilde Mij niet te eten geven. Ik had dorst en u wilde Mij niet te drinken geven. 43Ik was een vreemdeling en u wilde Mij niet in huis opnemen. Ik had niets om aan te trekken en u wilde Mij geen kleren geven. Ik was ziek en u wilde Mij niet opzoeken. Ik zat in de gevangenis en u hebt Mij aan mijn lot overgelaten.&#8221; 44Dan zullen zij vragen: &#8220;Maar Here, wanneer hebben wij dan gezien dat U honger had of dorst? Of dat U een vreemdeling was? Of dat U niets had om aan te trekken? Of dat U ziek was of in de gevangenis zat? Wanneer hebben wij U niet geholpen?&#8221; 45Ik zal hun antwoorden: &#8220;Toen u de minste van mijn broeders niet wilde helpen, wilde u Mij niet helpen.&#8221; 46Die mensen zullen eeuwig gestraft worden. Maar de goede en eerlijke mensen zullen eeuwig leven.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkMAT">
 <div class="chapter ch26" data-usfm="MAT.26.1+MAT.26.2+MAT.26.3+MAT.26.4+MAT.26.5+MAT.26.6+MAT.26.7+MAT.26.8+MAT.26.9+MAT.26.10+MAT.26.11+MAT.26.12+MAT.26.13">
 <div class="p">1Vervolgens zei Jezus tegen zijn leerlingen: 2&#8216;Jullie weten dat het Paasfeest overmorgen begint. Morgen zal Ik, de Mensenzoon, verraden en gekruisigd worden.&#8217; 3Op dat moment was er in het paleis van hogepriester Kajafas juist een vergadering van de Hoge Raad. 4Zij probeerden een listige manier te vinden om Jezus gevangen te nemen en te doden. 5&#8216;Wij moeten het niet op Pesach, het Joodse Paasfeest doen,&#8217; zeiden sommigen. &#8216;Want dan ontstaat er vast en zeker een enorme rel!&#8217;</div><div class="p"> 6Jezus ging naar Bethani&#235;, naar het huis van Simon de melaatse. 7Terwijl Hij zat te eten, kwam er een vrouw naar Hem toe. Zij had een kruikje kostbare zalfolie bij zich. Dat goot ze leeg over zijn hoofd. 8De leerlingen waren hevig verontwaardigd. &#8216;Wat een verspilling!&#8217; mopperden zij. 9&#8216;Zij had die zalfolie duur kunnen verkopen en het geld aan de armen kunnen geven!&#8217; 10Jezus merkte hun gemopper en zei tegen hen: &#8216;Waarom valt u haar lastig? Wat zij voor Mij deed was juist heel goed. 11Arme mensen zijn er altijd, maar Ik ben niet lang meer hier. 12Zij heeft deze zalfolie over mijn lichaam uitgegoten, als voorbereiding op mijn begrafenis. 13Daardoor zal ze altijd in de herinnering blijven. Want overal waar het goede nieuws wordt gebracht, zal ook worden verteld wat zij heeft gedaan.&#8217;</div><div class="p"> </div>
 </div>
 </div>
</div>

New Testament in a Year: JanuaryVoorbeeld

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen