Wanneer Ik, de Mensenzoon, kom in mijn heerlijkheid met al de engelen, zal Ik op mijn schitterende troon zitten. Alle volken zullen voor Mij bijeen worden gebracht. Dan zal Ik hen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen en de bokken scheidt. De schapen zal Ik aan mijn rechterhand zetten en de bokken aan mijn linkerhand. Dan zal Ik tegen de mensen aan mijn rechterhand zeggen: “Kom, gezegende kinderen van mijn Vader. U mag het Koninkrijk binnengaan, dat van het begin van de wereld af voor u bestemd is. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en u hebt Mij in uw huis uitgenodigd. Ik had niets om aan te trekken en u hebt Mij kleren gegeven. Ik was ziek en u hebt Mij opgezocht. Ik zat in de gevangenis en u bent bij Mij geweest.” Deze goede mensen zullen vragen: “Here, wanneer hebben wij gezien dat U honger had en hebben wij U te eten gegeven? Of dat U dorst had en hebben wij U te drinken gegeven? Of dat U een vreemdeling was en hebben wij U geholpen? Of dat U niets had om aan te trekken en hebben wij U kleren gegeven? En wanneer was U ziek of zat U in de gevangenis en hebben wij U bezocht?” Ik zal tegen hen zeggen: “Toen u dit voor één van mijn minste broeders hebt gedaan, deed u het voor Mij.” Daarna zal Ik tegen de mensen aan mijn linkerhand zeggen: “Weg jullie, vervloekten! Naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn trawanten bestemd is. Want Ik had honger en u wilde Mij niet te eten geven. Ik had dorst en u wilde Mij niet te drinken geven. Ik was een vreemdeling en u wilde Mij niet in huis opnemen. Ik had niets om aan te trekken en u wilde Mij geen kleren geven. Ik was ziek en u wilde Mij niet opzoeken. Ik zat in de gevangenis en u hebt Mij aan mijn lot overgelaten.” Dan zullen zij vragen: “Maar Here, wanneer hebben wij dan gezien dat U honger had of dorst? Of dat U een vreemdeling was? Of dat U niets had om aan te trekken? Of dat U ziek was of in de gevangenis zat? Wanneer hebben wij U niet geholpen?” Ik zal hun antwoorden: “Toen u de minste van mijn broeders niet wilde helpen, wilde u Mij niet helpen.” Die mensen zullen eeuwig gestraft worden. Maar de goede en eerlijke mensen zullen eeuwig leven.’
Mattheüs 25 lezen
Luister naar Mattheüs 25
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Mattheüs 25:31-46
4 dagen
‘Alles wat jullie gedaan hebben voor één van de onaanzienlijksten, dat hebben jullie voor Mij gedaan.’ Wat bedoelt Jezus eigenlijk met deze woorden in Matteüs 25 en wat moet ik daar mee? Ontdek in dit leesplan meer over de betekenis en achtergrond van Jezus’ woorden en ontdek hoe relevant deze tekst kan zijn voor jou, vandaag de dag! Ben je klaar voor een grensverleggend avontuur?
5 Days
As we lean into this season of celebration with the intention of tuning into the heart of God, join us for four weeks as we: Behold Beauty, Break Barriers, Make Room, and are Surprised by God. Like all the best stuff in life, this journey is best taken with others—so grab a friend or two and your sense of wonder and roll into the Advent Season.
7 dagen
Wie is voor jou een inspirerend voorbeeld? Zeven zendingswerkers van de GZB geven antwoord op deze vraag. Het resultaat: zeven verhalen van gewone mensen die ieder op hun eigen manier uiting geven aan hun geloof. Absalom uit Israël bijvoorbeeld, hij heeft voor iedereen een goed woord en schroomt niet om te getuigen van zijn Messias. Of Sita uit Frankrijk, die ons laat zien wat christelijke gastvrijheid is.
Lees in twee jaar de hele Bijbel met dit bijbelleesplan van Groot Nieuws Radio. Dit plan kan geluisterd of gelezen worden. De voorgelezen tekst is de BasisBijbel – de Bijbel in makkelijk Nederlands. Copyright © 2013 Stichting BasisBijbel. Alle rechten voorbehouden. Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's