Het licht schijnt in de duisternisVoorbeeld

Niemand kan zelf Gods Koninkrijk binnengaan

“Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien” (Johannes 3:3)

In het gesprek met Nicodemus kwam Jezus meteen tot de kern van de zaak. Hij ging in op de vraag die Nicodemus bezig hield: hoe kunnen mensen Gods Koninkrijk binnengaan?

Gisteren zei ik dat de Farizeeën hard hun best deden om God te behagen door al zijn geboden te houden (naast hun eigen toevoegingen en interpretaties van deze geboden). Dus, als iemand ooit rechtvaardig kon worden door de wet, zouden de Farizeeën de eersten zijn die dit doel bereikten. Maar kennelijk was Nicodemus er niet gerust op. Hij begreep dat hij nooit op eigen kracht aan Gods standaard kon voldoen.

Jezus’ antwoord is radicaal en exclusief. Er is maar één manier om vrede met God te krijgen. Je moet opnieuw geboren worden.

Jezus is het ermee eens dat het belangrijk is om de wet te houden. Hij zegt zelfs: “Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is” (Mattheüs 5:48). Maar Hij maakt ook duidelijk dat niemand hiertoe uit zichzelf in staat is. Zelfs de gerechtigheid van de Farizeeën is niet voldoende om Gods Koninkrijk binnen te gaan. “Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God” (Romeinen 3:23).

We kunnen onze eigen zaligheid niet verdienen. We moeten haar aanvaarden als een geschenk van genade.