Psalmen 24:1-10
Psalmen 24:1-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Des HEREN is de aarde en haar volheid, de wereld en die daarop wonen. Want Hij heeft haar op de zeeën gegrond en op de stromen gevestigd. Wie mag de berg des HEREN beklimmen, wie mag staan in zijn heilige stede? Die rein is van handen en zuiver van hart, die zijn ziel niet op valsheid richt, noch bedrieglijk zweert. Die zal van de HERE een zegen wegdragen en gerechtigheid van de God zijns heils. Dat is het geslacht van wie naar Hem vragen; die uw aanschijn zoeken; dat is Jakob. sela Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft u, gij aloude ingangen, opdat de Koning der ere inga. Wie is toch de Koning der ere? De HERE, sterk en geweldig, de HERE, geweldig in de strijd. Heft, poorten, uw hoofden omhoog, en verheft ze, gij aloude ingangen, opdat de Koning der ere inga. Wie is Hij toch, de Koning der ere? De HERE der heerscharen, Hij is de Koning der ere. sela
Psalmen 24:1-10 Het Boek (HTB)
De aarde en al haar rijkdom zijn van de HERE! Hij drong het water terug, zodat droog land tevoorschijn kwam. Wie kan de berg van de HERE beklimmen en binnengaan in de plaats waar Hij woont? Wie kan voor de HERE staan? Alleen zij die schone handen en zuivere harten hebben, die zich niet inlaten met oneerlijkheid en leugens. Zij zullen als een zegen van God zijn goedheid in hun leven ervaren. Die reikt Hij, hun verlosser, hun Zelf toe. Zij mogen voor de HERE komen staan en Hem, de God van Jakob, hulde brengen. Ga toch open, eeuwenoude poorten, en laat de geëerde Koning binnen! Wie die geëerde Koning is? De HERE, sterk en machtig, onoverwinnelijk in de strijd! Ja, zet de poorten wijd open en laat de geëerde Koning binnengaan. Wie die geëerde Koning is? Hij is de HERE van alle hemelse legers. Hij is de Koning, die alle eer toekomt.
Psalmen 24:1-10 BasisBijbel (BB)
Een lied van David. De aarde is van de Heer, met alles wat daarop is. De hele wereld is van Hem, met alle mensen die er wonen. Want Hij heeft de aarde op de zeeën neergezet. Hij plaatste de aarde op het water. Wie mogen de berg van de Heer beklimmen? Wie mogen er in zijn heiligdom komen? Mensen die geen slechte dingen doen, geen slechte dingen bedenken en geen dingen zweren die niet waar zijn. De Heer zal goed zijn voor zulke mensen. Hun God zal voor hen opkomen. Zij verlangen naar Hem, zoeken Hem. Ze willen de God van Jakob dienen. Poorten, ga open! Ga wijd open, eeuwen-oude deuren! Dan kan de machtige Koning binnen komen. Wie is die geweldige Koning toch? Het is de Heer, sterk en machtig. Het is de Heer, sterk in de strijd. Poorten, ga open! Ga wijd open, eeuwen-oude deuren! Dan kan de machtige Koning binnen komen. Wie is die geweldige Koning toch? Het is de Aanvoerder van de hemelse legers. Hij is de machtige Koning.
Psalmen 24:1-10 Herziene Statenvertaling (HSV)
De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen. Want Híj heeft haar gegrondvest op de zeeën en haar vastgezet op de rivieren. Wie zal de berg van de HEERE beklimmen? Wie zal staan in Zijn heilige plaats? Wie rein is van handen en zuiver van hart, wie zijn ziel niet opheft tot wat vals is, en niet bedrieglijk zweert. Hij zal zegen ontvangen van de HEERE en gerechtigheid van de God van zijn heil. Dat is het geslacht van hen die naar Hem vragen, die Uw aangezicht zoeken; dat is Jakob. Sela Hef uw hoofden op, o poorten, en verhef u, eeuwige deuren, opdat de Koning der ere binnengaat. Wie is deze Koning der ere? De HEERE, sterk en geweldig, de HEERE, geweldig in de strijd. Hef uw hoofden op, o poorten, ja, verhef ze, eeuwige deuren, opdat de Koning der ere binnengaat. Wie is Hij, deze Koning der ere? De HEERE van de legermachten, Hij is de Koning der ere. Sela