Jezus en zijn metgezellen kwamen in Kafarnaüm aan. Op de sabbat (zaterdag, de Joodse rustdag) ging Hij naar de synagoge en sprak de mensen toe. Zij waren verbaasd over wat Hij hun leerde, want Hij sprak als iemand met gezag, die wist waarover Hij het had. Dit was iets heel anders dan zij gewend waren van hun bijbelgeleerden. In die synagoge was een man met een boze geest. Hij begon te schreeuwen: ‘Ik wil niets met U te maken hebben, Jezus van Nazareth. U bent gekomen om ons te vernietigen! Ik weet wel wie U bent: de heilige Zoon van God!’ ‘Zwijg,’ zei Jezus tegen de boze geest. ‘Ga onmiddellijk uit die man weg!’ De boze geest rukte en trok aan de man, gilde vreselijk en verliet hem. De mensen keken hun ogen uit en vroegen elkaar: ‘Wat is dit toch? Iemand die iets nieuws leert en die gezag heeft! Hij zegt zelfs tegen de boze geesten dat zij moeten gaan en ze gaan nog ook!’ Dit nieuws ging als een lopend vuurtje door heel Galilea. Uit de synagoge ging Jezus met Simon en Andreas mee naar huis. Jakobus en Johannes waren er ook bij. Simons schoonmoeder was ziek en lag met koorts op bed. De mannen vertelden het aan Jezus. Toen Hij binnenkwam, ging Hij naar haar toe, pakte haar bij de hand en hielp haar overeind. De koorts verdween meteen. Zij stond op en maakte eten voor hen klaar. Die avond na zonsondergang bracht men alle zieken en bezetenen bij Hem. Veel nieuwsgierigen waren te hoop gelopen en voor het huis was het een drukte van belang. Jezus genas heel veel mensen, wat voor ziekte ze ook hadden. Uit vele anderen verjoeg Hij de boze geesten. Hij liet niet toe dat die boze geesten iets zeiden, want zij wisten wie Hij was. Op een morgen stond Jezus voor dag en dauw op en ging alleen naar een stil plekje om te bidden. Later gingen Simon en de anderen Hem achterna. Toen zij Hem gevonden hadden, zeiden zij: ‘Iedereen is op zoek naar U.’ Maar Hij antwoordde: ‘Kom, wij gaan naar andere dorpen en steden hier in de buurt. Dan kan Ik de mensen daar ook over het goede nieuws van God vertellen. Daarvoor ben Ik immers gekomen.’ Zo reisde Hij heel Galilea door en sprak overal in de synagogen. Uit vele mensen verjoeg Hij boze geesten.
Marcus 1 lezen
Luister naar Marcus 1
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Marcus 1:21-39
6 dagen
De wereld is in oorlog. Niet alleen letterlijk, als bevolkingsgroepen of landen met elkaar vechten, maar ook geestelijk. Satan heeft de oorlog verklaard aan God en aan Gods kinderen. Dat klinkt heel angstaanjagend, en daarom is het belangrijk te weten dat Jezus sterker is. Hij is sterker dan de zonde, sterker dan satan en zelfs sterker dan de dood. En als jij bij Hem hoort, deel je in Zijn overwinning!
7 dagen
Tijdens Zijn leven op aarde deed Jezus Christus veel wonderen. De Bijbelschrijvers hebben veel daarvan voor ons opgeschreven, “opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam” (Johannes 20:31). Dit leesplan bevat een selectie van Jezus’ wonderen, zodat ook jij Hem kunt leren kennen.
10 Dagen
Marcus neemt je in zijn korte evangelie mee in zijn ervaring met Jezus van Nazareth. Steeds wil hij je de vraag voorhouden wie jij denkt dat Hij is. De overdenkingen van Hans Alblas nodigen je uit om met Marcus mee te lopen, achter Jezus aan. Ze zijn eerder uitgezonden in het programma Levenswoorden op Groot Nieuws Radio. Laat je uitdagen, verwonderen en bemoedigen door Marcus en ontdek wat zijn evangelie vandaag voor jou kan betekenen.
15 Dagen
God gaf de Israëlieten voorschriften over hoe ze Hem moesten dienen en met hun medemensen moesten omgaan. Deze ‘tien woorden’ waren een soort grondwet door God Zelf opgesteld, met het oog op Zijn heerlijkheid en het welzijn van Zijn mensen. Ze vormen nog steeds een waardevolle richtlijn voor ons leven met God en andere mensen. Dit leesplan behandelt alle tien individuele geboden en de samenvatting die Jezus ervan gaf.
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's