Het eerste boek Samuël 1:26-28

Het eerste boek Samuël 1:26-28 NBG51

en zij zeide: Met uw verlof, mijn heer, zo waar gij leeft, mijn heer, ik ben de vrouw, die hier bij u stond om tot de HERE te bidden; om deze jongen heb ik gebeden, en de HERE heeft mij gegeven, wat ik van Hem gebeden heb. Daarom sta ik hem aan de HERE af; zolang hij leeft, zij hij aan de HERE afgestaan. En hij boog zich daar voor de HERE neer.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Het eerste boek Samuël 1:26-28