Laat er Licht zijn, kom in vuur en vlam en wordt fakkeldragerVoorbeeld

Wandelen

Gisteren spraken we over de Bijbel als het licht op ons pad. We zagen dat God ons de weg wil wijzen door Zijn Woord. Hij gaf richting.

God gaf het volk door woorden van Jesaja richting door profetieën. In Jesaja 9 staat een van deze profetieën.

“Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen.” (Jesaja 9:1 HSV)

Hoopvol hoe God hier vooruitwijst op het licht. Als je doorleest, lees je in vers 5 dat Jezus wordt bedoeld. Jezus als Licht voor de wereld. Jezus die zorgt voor blijdschap, Jezus die onze last verlicht, Jezus die ons bevrijdt. En aan Zijn regering zal nooit een einde komen.

Je moet je voorstellen dat het volk in de tijd van Jesaja met nogal wat duisternis te maken had. De Assyriërs zorgden met hun oorlogen en onderdrukking voor veel onzekerheid. De mensen leefden in angst en ellende. In het midden hiervan spreekt Jesaja over hoop, over licht, over een sterke Vredevorst.

Zouden de Israëlieten luisteren naar Jesaja? Of zaten ze inmiddels te diep in de wereld vol geweld, angst en ellende? Zou de boodschap over Jezus zijn aangekomen? Konden ze Zijn Licht al zien, terwijl ze nog in de duisternis wandelden?