Van begin tot eeuwigheidVoorbeeld

Gemaakt naar Gods beeld

Lees: Genesis 2:4-25; Genesis 1:26-27

SOAP: Genesis 1:26-27

Van alles wat God geschapen heeft, is de mens het topstuk. Op de zesde dag, de dag dat de mens geschapen werd, zag God dat het zeer goed was.

Hoofdstuk 2 van Genesis gaat dieper in op Gods schepping van de mens. God nam het stof van de aarde, vormde daaruit Adam en blies hem de levensadem in. Datzelfde deed Hij toen Hij Eva maakte uit een rib van Adam.

Genesis 1:26-27 benoemt dat we zijn gemaakt naar Gods beeld. Dat betekent dat wij een afspiegeling zijn van Gods karakter. Net als God blijven wij eeuwig bestaan. Daardoor ligt het in ons vermogen om een relatie met God te hebben.

Adam en Eva konden dat zonder meer, voordat de zonde in de wereld was gekomen. Maar nu is het nodig om ons vertrouwen te stellen in het verlossingswerk van Jezus, om de relatie te herstellen met onze God, die heilig is.

Hoewel ons beeld van God door de zonde vertroebeld is, is het niet vernietigd. We worden nog altijd geschapen met een doel en een bestemming en met de opdracht vruchtbaar te zijn, talrijk te worden en de aarde te onderwerpen. In alles wat we doen, mogen we een afspiegeling van God zijn.

God heeft ons, mensen, de keus gegeven om Hem wel of niet lief te hebben en te volgen. Hij wil een relatie met jou. Daar ben jij voor geschapen. Het is de meest geweldige relatie die je kunt bedenken en meemaken; zorg dat je die niet misloopt!

Gebed

Vader God, dank U dat U mij naar Uw beeld hebt geschapen. Help mij om Uw karakter te weerspiegelen naar de mensen om mij heen. Wilt U door de Heilige Geest in mij blijven werken? Amen.