Van begin tot eeuwigheidVoorbeeld

Tien plagen en Pesach

Lees: Exodus 7:1-7; Exodus 12:1-13

SOAP: Exodus 12:13

Mozes volgde trouw Gods aanwijzingen op. Samen met zijn broer Aäron ging hij naar de farao en vroeg om de vrijlating van de Israëlieten. Helaas was het veelgehoorde refrein van de farao: "Nee."

Hoewel de farao als heerser zijn macht uitoefende, zou God hem laten zien wie werkelijk de macht had. Hij deed dit door een reeks van tien plagen te zenden: water dat in bloed veranderde, kikkers, muggen, vliegen, ziekte, zweren, hagel, sprinkhanen, duisternis en de dood van de eerstgeborenen.

Deze plagen zouden het land Egypte treffen. Farao's hart was verhard en hij bleef Mozes' verzoek, en daarmee uiteindelijk God, afwijzen.

De laatste plaag was de dood van de eerstgeboren zoon van elk gezin. Maar God voorzag in Zijn goedheid in een manier voor het volk Israël om aan deze tragedie te ontsnappen. Als een gezin een lam slachtte en het bloed aan de deurpost streek zou de engel van de dood het huis voorbijgaan. Dit was de eerste Pesach.

Het bloed van een lam was nodig om de doodsengel voorbij te laten gaan. Zo hebben ook wij een offerlam nodig dat ons van de dood redt: Jezus Christus. Wij kennen Hem als het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt (Johannes 1:29). Zijn bloed bedekt onze zonden, zodat we door geloof vergeving ontvangen en een nieuw leven hebben. Prijs God voor ons ware Offerlam!

Gebed

Jezus, dank U dat U bereidwillig Uw leven gaf voor mijn zonden en de zonden van de wereld om het ware Offerlam te zijn. Help mij om dagelijks in dankbaarheid te leven. Amen.