Open Doors | 30 Bijbelse bemoedigingen uit CubaVoorbeeld

SCHUILPLAATS EN TOEVLUCHT

Toen ik in een woelige tijd de gelovigen op Cuba diende, kregen we op een keer Jozua 20 onder ogen. Daar wordt gesproken over de ‘vrijsteden’. We vergeleken die met God, onze eeuwige schuilplaats.

De vrijsteden in Jozua 20 waren voor hen die per ongeluk of onopzettelijk iemand hadden gedood. Ze konden naar deze steden vluchten en er bescherming vinden totdat ze berecht zouden worden. Psalm 91 spreekt over God als onze eeuwige toevlucht.

In moeilijke tijden mogen we bij Hem schuilen. We hoeven niet berecht te worden, omdat de rechtszaak al achter de rug is. “Hij heeft u (…) samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven, en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen” (Kolossenzen 2:14, HSV).

Daarom kunnen wij de Heer aanroepen in dagen van benauwdheid en zeggen: “Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw!” (Psalm 91:2, HSV) En lees ook de beloften in Psalm 91.

Is er iets wat je dwarszit? Zoek je toevlucht bij Hem, je eeuwige toevlucht, en rust in de schuilplaats van de Allerhoogste, jouw Abba, jouw Vader.

Horacio Herrera (schuilnaam), Cuba