Geborgen in ChristusVoorbeeld

Kinderen van het licht

Lees: Efeze 5:6-14

SOAP: Efeze 5:8

Paulus legt hier verder uit hoe en waarom gelovigen anders moeten leven dan de rest van de wereld. In dit vers waarschuwt hij dat we waakzaam moeten zijn tegen het bedrieglijke karakter van de zonde of de werken van de duisternis. In plaats daarvan moeten wij licht zijn.

Vanaf het allereerste begin – in Genesis 3 – heeft de satan geprobeerd mensen van God weg te trekken. Hij doet dat door geraffineerde uitspraken en leugens. Hij is niet van tactiek veranderd en het is nog steeds dezelfde strijd die we moeten leveren.

De wereld van vandaag probeert ons wijs te maken dat onze zonden nogal meevallen. Het is heus niet zo erg dat je gebed vraagt voor iemand, terwijl je ware bedoeling is dat je wil kletsen over iets wat je over die persoon hebt gehoord, wat eigenlijk roddelen is. Het is heus niet zo erg om samenkomsten met medegelovigen in de kerk over te slaan. Je hebt tenslotte een drukke week achter de rug en rust is ook belangrijk. Het is echt niet zo erg als je boos wordt op mensen die je vervelend vindt. Zij deden immers het eerst lelijk tegen jou.

Die toegeeflijkheid en het goedpraten van zonden zijn werken van de duisternis. Als kinderen van God zijn we door het licht van Christus veranderd. Duisternis en licht staan lijnrecht tegenover elkaar en hebben niets met elkaar gemeen.

Dat wil niet zeggen dat we ons volledig moeten terugtrekken uit de wereld. Wij zullen altijd het licht van Christus aan anderen moeten doorgeven. Maar daarbij moeten we waakzaam zijn dat we niet zelf in de duisternis verstrikt raken.

Jij bent licht. Laat je licht schijnen, zodat anderen het zien!

Gebed

Heer Jezus, dank U wel dat U mijn lichtbron bent. Help mij waakzaam te zijn tegen de zonde en de duisternis die mij van U willen scheiden. Laat mijn leven dag in dag uit een afspiegeling zijn van U. Amen.