Bible Breakdown - Judas

Jongerenbijbel - Geloofstwijfel

DagelijkseBroodkruimels - Verken je krachtbron

13 dagen van Gebed

DagelijkseBroodkruimels - Leef als voorproefje

Manna voor elke dag - maand 3 - Sivan

Gedichten over vasten!

Bidden voor moslims op bedevaart (hadj) naar Mekka

DagelijkseBroodkruimels - Zoals De Vader..

De vrouwen aan Jezus’ Voeten

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkJER">
 <div class="chapter ch1" data-usfm="JER.1.1+JER.1.2+JER.1.3+JER.1.4+JER.1.5+JER.1.6+JER.1.7+JER.1.8">
 <div class="p">1-2 Dit zijn de berichten van God aan Jeremia, de zoon van de priester Hilkia, uit Anathoth in het land van Benjamin. Deze woorden van de Here kreeg Jeremia in het dertiende regeringsjaar van koning Josia van Juda. 3Verdere berichten kreeg hij tijdens de regering van Josia&#700;s zoon, koning Jojakim van Juda, en op verscheidene andere momenten tot de vijfde maand van het elfde regeringsjaar van Josia&#700;s zoon Zedekia, eveneens koning van Juda. In die maand viel de stad Jeruzalem en werden de Joden als slaven weggevoerd.</div><div class="p"> 4De Here zei tegen mij: 5&#8216;Ik kende u al voordat Ik u vormde in uw moeders buik. Al voor uw geboorte heb Ik u bestemd om mijn profeet voor de volken op aarde te zijn.&#8217; 6&#8216;Oppermachtige Here,&#8217; zei ik, &#8216;maar dat kan ik niet! Ik ben nog veel te jong!&#8217; 7&#8216;Zeg dat niet,&#8217; antwoordde Hij, &#8216;want u zult gaan waarheen Ik u stuur en zeggen wat Ik u opdraag. 8Wees niet bang voor de mensen, want Ik zal bij u zijn en u beschermen.&#8217; </div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkDAN">
 <div class="chapter ch6" data-usfm="DAN.6">
 <div class="label">6</div><div class="s1">Dani&#235;l in de leeuwenkuil</div><div class="p"> 1Na de dood van Belsazar kwam Darius, de Meder aan de macht. Hij was toen twee&#235;nzestig jaar. 2Hij benoemde honderdtwintig gouverneurs die ieder een deel van het rijk moesten besturen. 3Zij waren verantwoording verschuldigd aan drie onderkoningen, van wie Dani&#235;l er een was. Zo ontstond een doeltreffende regeringsstructuur. 4Al gauw bleek dat Dani&#235;l met kop en schouders uitstak boven de beide andere onderkoningen en de gouverneurs. Hij bleek buitengewoon begaafd. De koning dacht er zelfs over hem de hoogste post in het koninkrijk te geven.</div><div class="p"> 5Dit zette kwaad bloed bij de twee andere onderkoningen en de gouverneurs. Zij probeerden een fout te vinden in Dani&#235;ls beleid, zodat zij een aanklacht tegen hem konden indienen bij de koning. Maar zij konden geen enkel belastend feit ontdekken! Hij was eerlijk en betrouwbaar en boven alle kritiek verheven. 6&#8216;Het enige dat overblijft, is hem aan te vallen op zijn godsdienst!&#8217; concludeerden zij. 7Zij gingen naar de koning met een dringend verzoek: &#8216;Koning Darius, leef in eeuwigheid! 8Wij, onderkoningen, functionarissen, gouverneurs, adviseurs en landvoogden, zijn van mening dat u een koninklijk besluit moet uitvaardigen. Daarin moet u bepalen dat ieder die de komende dertig dagen een verzoek richt tot een god of een mens, behalve tot u, in de leeuwenkuil zal worden geworpen. 9Majesteit, wij verzoeken u onder dit verbod uw handtekening te zetten, zodat het onder geen enkele omstandigheid kan worden ingetrokken of herroepen, het moet een &#8220;wet van Meden en Perzen&#8221; zijn.&#8217; 10Koning Darius ondertekende dat koninklijke besluit.</div><div class="p"> 11Toen Dani&#235;l hoorde dat deze wet was uitgevaardigd, ging hij naar huis. Zoals gewoonlijk knielde hij boven in zijn slaapkamer, waar hij open vensters in de richting van Jeruzalem had. Driemaal per dag ging hij daar in gebed en loofde zijn God. Ook nu week hij niet van deze gewoonte af. 12Toen drongen de mannen Dani&#235;ls huis binnen en vonden hem terwijl hij bad tot God. 13Zij haastten zich naar de koning en herinnerden hem aan zijn verbod. &#8216;U hebt toch een verbod uitgevaardigd,&#8217; zeiden zij, &#8216;dat niemand toestaat binnen dertig dagen een verzoek te richten tot een god of mens, behalve tot u? En zouden de overtreders van dat gebod niet in de leeuwenkuil worden gegooid?&#8217; &#8216;Jazeker,&#8217; antwoordde de koning, &#8216;het is een wet van Meden en Perzen en kan dus niet worden herroepen.&#8217; 14Toen vertelden zij de koning: &#8216;Dani&#235;l, een van de Judese ballingen, trekt zich niets aan van u of uw verbod. Driemaal per dag gaat hij bidden.&#8217;</div><div class="p"> 15Toen hij dat hoorde, kreeg de koning er heel erg spijt van dat hij die wet had ondertekend. De rest van de dag piekerde hij erover hoe hij Dani&#235;l uit deze netelige situatie kon redden. 16&#700;s Avonds kwamen de mannen terug en zetten de koning nog meer onder druk: &#8216;Majesteit, u weet dat het een wet van Meden en Perzen is. Geen enkel verbod of besluit dat door u getekend is, mag veranderd worden.&#8217; 17Uiteindelijk gaf de koning bevel Dani&#235;l gevangen te nemen en in de leeuwenkuil te gooien. De koning zei nog tegen hem: &#8216;Ik hoop dat uw God, die u zo trouw dient, u zal bevrijden!&#8217; 18Er werd een steen voor de opening van de kuil gerold en de koning verzegelde hem met zijn eigen zegelring en met die van zijn regeringsleiders. Zo kon niemand Dani&#235;l nog redden van de leeuwen.</div><div class="p"> 19De koning ging terug naar zijn paleis en vastte die nacht. Hij wilde ook niet dat een van zijn vrouwen bij hem kwam en lag de hele nacht wakker. 20De volgende morgen stond hij heel vroeg op en haastte zich naar de leeuwenkuil. 21Bij de kuil gekomen, riep hij met verdrietige stem: &#8216;Dani&#235;l, dienaar van de levende God, heeft uw God die u zo trouw dient, u kunnen bevrijden van de leeuwen?&#8217; 22Toen hoorde hij een stem! &#8216;Majesteit, ik wens u een lang leven toe!&#8217; Het was Dani&#235;l! 23&#8216;Mijn God heeft zijn engel gestuurd,&#8217; zei Dani&#235;l, &#8216;om de muil van de leeuwen dicht te houden, zodat zij mij niet zouden verscheuren. Want in Gods ogen ben ik onschuldig en ook tegen u heb ik niets misdaan.&#8217; 24De koning was geweldig blij en beval Dani&#235;l uit de kuil omhoog te trekken. Hij bleek totaal ongedeerd te zijn, dankzij zijn vertrouwen op God. 25De koning gebood de mannen te halen die de aanklacht tegen Dani&#235;l hadden ingediend, en zij werden met hun vrouwen en kinderen in de leeuwenkuil gegooid. Nauwelijks waren zij in de kuil terechtgekomen of de leeuwen stortten zich op hen en verbrijzelden zelfs hun botten.</div><div class="p"> 26Toen schreef koning Darius aan alle onderdanen in zijn rijk: &#8216;Wij wensen u veel vrede en voorspoed! 27Hierbij bepaal ik dat men in alle delen van mijn koninkrijk diepe eerbied en ontzag moet hebben voor de God van Dani&#235;l. Want Hij is de levende God, die eeuwig blijft, wiens koninkrijk nooit wankelt en aan wiens macht nooit een einde zal komen. 28Hij bevrijdt en redt zijn volk en doet indrukwekkende wonderen in hemel en op aarde. Hij is de God die Dani&#235;l heeft verlost uit de macht van de leeuwen.&#8217;</div><div class="p"> 29Dani&#235;l was hooggeplaatst en erg geliefd tijdens de regering van Darius en tijdens de regering van de Perzische koning Kores.</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkDAN">
 <div class="chapter ch3" data-usfm="DAN.3.26+DAN.3.27+DAN.3.28+DAN.3.29">
 <div class="p">26Nebukadnezar liep zo dicht mogelijk naar de open deur van de brandende oven en riep: &#8216;Sadrach, Mesach en Abednego, dienaren van de hoogste God, kom naar buiten! Kom hier!&#8217; Het drietal stapte uit het vuur. 27De stadhouders, gouverneurs, landvoogden en raadsheren verdrongen zich om hen heen en zagen dat zij geen letsel van het vuur hadden opgelopen. Hun hoofdhaar was niet verschroeid, hun mantels waren ongeschonden en er hing zelfs geen brandlucht om hen heen.</div><div class="p"> 28&#8216;Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abednego!&#8217; zei Nebukadnezar. &#8216;Hij heeft zijn engel gestuurd om zijn dienaren die op Hem vertrouwden, te bevrijden. Hij liet hen niet in de steek toen zij mijn bevel trotseerden en liever hun leven waagden dan een andere god dan hun eigen God te vereren of te aanbidden. 29Daarom vaardig ik het bevel uit dat iedereen, van welk volk, taal of natie dan ook, die iets oneerbiedigs zegt over de God van Sadrach, Mesach en Abednego in stukken wordt gehouwen. En zijn huis zal met de grond worden gelijkgemaakt. Want geen andere god kan met zoveel machtsvertoon redden als deze God heeft gedaan.&#8217; </div>
 </div>
 </div>
</div>

Troost in angstige momentenVoorbeeld

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen