De dood en opstanding van de KoningVoorbeeld

Een nieuw hoofdstuk van Jezus’ leven

“En toen Jezus al deze woorden geëindigd had, gebeurde het dat Hij tegen Zijn discipelen zei: U weet dat over twee dagen het Pascha is, en dan zal de Zoon des mensen overgeleverd worden om gekruisigd te worden” (Mattheüs 26:1-2, HSV).

Bovenstaande verzen komen uit het evangelie naar Mattheüs, hoofdstuk 26. In de voorgaande 25 hoofdstukken heeft Mattheüs geschreven over Jezus’ leven en werk: “En Jezus trok rond in al de steden en dorpen en gaf onderwijs in hun synagogen, en Hij predikte het Evangelie van het Koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk” (Mattheüs 9:35, HSV. zie ook Mattheüs 4:23) Dit was een belangrijk deel van Jezus’ opdracht. Hij was gekomen om de mensen over Gods Koninkrijk te leren en om hen dat Koninkrijk te laten zien door de wonderen die Hij deed. Veel van zijn woorden zijn opgeschreven in de Bijbel, en wij kunnen daar veel van leren.

Maar in hoofdstuk 26 schrijft Mattheüs over een nieuwe episode in Jezus’ werk. Hij had zijn onderwijs afgerond en ging nu naar Jeruzalem… om aan een kruis gedood te worden! Om Gods Koninkrijk te laten doorbreken, moest Jezus Christus Zichzelf opofferen voor zondige mensen. Hij moest zijn leven afleggen.

Bij velen roept deze aankondiging van Jezus weerstand op. Ze waarderen zijn wijze woorden, bijvoorbeeld in de Bergrede. Ze verbazen zich over de macht en goedheid die blijken uit zijn wonderen. Maar het idee van een Redder die in hun plaats sterft, stuit hen tegen de borst.

Hoe is dat bij jou? Wat vind jij van dit deel van Jezus’ levenswerk?