Zin geven aan je leven – Deel 1: Wie heeft de leiding?

“Ezau kreeg van Mij het gebied rond de berg Seïr en Jakob en zijn kinderen gingen naar Egypte.” (Jozua 24:4, HTB)

Of je gepromoveerd bent of nooit een schooldiploma hebt behaald, je hebt ongetwijfeld te maken gehad met problemen. Het overkomt iedereen en soms begrijpen we het leven niet. We maken plannen, maar het werkt niet zoals we bedacht hadden; of het onverwachte gebeurt; of het heeft een gevolg waar we van te voren niet over na hadden gedacht. Ondanks dat we God dienen, lijkt het of dingen zomaar gebeuren en vragen we ons af wat er allemaal aan de hand is.

Zoiets gebeurde ook met het volk van Israel toen ze luisterden naar Jozua over hoe de Heer omging met zijn volk. De aartsvader Jacob was een van de twee broers van een twee-eiige tweeling. Ezau, de andere broer, verkocht zijn geboorterecht voor een kom linzensoep. Hij toonde hiermee dat hij weinig eerbied had voor de zegening van God. Daarom wees God hem af als erfgenaam van de belofte die Hij had gedaan aan zijn voorvader Abraham. Toch zegt Jozua dat God later Ezau wel zegende met het bergachtige gebied van Seïr. Ezau en zijn afstammelingen konden zichzelf daar makkelijk verdedigen tegen iedereen die hen aan zou willen vallen. Maar Jacob — de zoon van de zegen, degene die ondanks zijn tekorten geaccepteerd werd door God in zijn soevereiniteit — werd naar Egypte gestuurd met zijn gezin, waar ze later slaaf zouden worden. Dat is toch niet logisch!

Voordat wij kunnen begrijpen waarom dit in de Bijbel staat en waarom sommige dingen in ons leven gebeuren, moeten we God begrijpen. Omdat wij niet de leiding hebben over dit hele universum maar God wel. En onze dagen zijn geteld volgens zijn plannen voor iedereen. Gods belangrijkste doel voor mensen is om ons mannen en vrouwen te maken die leven vanuit geloof. Daarom laat Hij ons in situaties komen waarin wij moeten leren om op Hem te vertrouwen. Waarom zouden we op God vertrouwen als alles precies gaat zoals we het graag willen hebben? Nee, het is in het dal dat Hij onze ziel versterkt en herstelt.

God zei: “Jakob heb Ik lief en Ik ga hem en zijn mensen maken tot mensen die leven uit geloof. Daarom laat ik ze geconfronteerd worden met een aantal moeilijke situaties.” We zitten allemaal op de school van geloof. Dat verklaart een hoop dingen in ons leven die we nu beter kunnen begrijpen. Hoe kunnen we gaan geloven tenzij we moeilijkheden ervaren? Hoe gaan we leren om God te vertrouwen tenzij het soms pijn doet en er moeilijkheden zijn? God wil dat we anderen overtuigen van ons geloof en ervoor zorgen dat we ze inspireren om te geloven, maar wij kunnen anderen geen geloof in God tonen tenzij we zelf hebben gezien wat Hij voor ons heeft gedaan.

Wat God gaf aan Jacob en het volk van Israël, en wat Hij aan jou en mij geeft, is een getuigenis vanuit het geloof in God. Zelfs nu nog – duizenden jaren later – zingen de Israëlieten over hoe zij in Egypte waren maar door God gered werden. Een getuigenis is niet iets dat je uit je hoofd leert en opzegt. Het is een levenservaring van hoe je op God moest vertrouwen en waar je hebt ervaren dat Hij je er doorheen geholpen heeft. Daardoor maakte Hij het mogelijk dat je anderen helpt die nog in dat dal zitten. Nu kun je hen overeind helpen omdat je kan zeggen: “Geef niet op! Ik heb het ook bijna opgegeven; maar wat Hij voor mij gedaan heeft, kan Hij ook voor jou doen!”

Wordt vervolgd...