Trots. Het grootste kwaadVoorbeeld

Wat is trots?

“En ú zei in uw hart:
Ik zal opstijgen naar de hemel;
tot boven Gods sterren
zal ik mijn troon verheffen […]
ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste” (Jesaja 14:13-14, HSV).

Als je trots bent, heb je een te hoge dunk van jezelf en verhef je jezelf boven anderen. Dat wordt treffend weergegeven in Jesaja 14. Deze woorden gaan over de koning van Babylon, maar zijn helaas ook van toepassing op talloze anderen. Ze beschrijven de essentie van menselijke trots, of zelfs van universele trots. Want ook hemelse wezens hebben zich hieraan schuldig gemaakt. Toen de mensen nog niet eens geschapen waren, was er al een groep engelen die tegen God in opstand kwam. Mogelijk gaat Jesaja 14 ook over hen.

Wij mensen denken vaak zelf alle antwoorden te hebben en het prima te redden zonder God. Maar als we even nagaan wie God is en wie wij mensen zijn, wordt meteen duidelijk hoe absurd het is dat wij ons gelijk willen stellen met de Allerhoogste. In vergelijking met Hem zijn wij slechts “een stofje aan de weegschaal” (zie Jesaja 40:15).

Misschien verwoorden wij het iets subtieler en vergelijken we onszelf vooral met onze collega’s, buren of familieleden. Maar de essentie van trots blijft gelijk: we zijn geneigd ons beter en belangrijker te voelen dan een ander. Beter en belangrijker dan we feitelijk zijn.

Herken jij deze omschrijvingen in je eigen karakter? Wat vind je ervan om dat zo zwart-op-wit te zien staan?