Blijf op de juiste weg! Paulus' brief aan de GalatenVoorbeeld

Ga niet in Gods schoenen staan

“Laat ieder zijn eigen werk beproeven; dan zal hij alleen voor zichzelf stof tot roemen hebben, en niet voor de ander. Want ieder zal zijn eigen pak dragen” (Galaten 6:4-5, HSV).

De verzen hierboven lijken in tegenspraak met Paulus’ oproep om elkaars lasten te dragen. Maar als we goed lezen, vullen beide uitspraken elkaar aan.

Het is belangrijk om medegelovigen weer op het rechte pad te brengen als ze een misstap hebben begaan. Maar dat mag niet vanuit een veroordelende houding gebeuren. Het is niet onze taak om iemand anders langs de meetlat te leggen en onszelf dan boven hem of haar te verheffen. We moeten juist onze eigen daden toetsen. Dáár zijn wij verantwoordelijk voor!

Hetzelfde thema wordt ook beschreven in de brief aan de Romeinen, waar Paulus zijn lezers vraagt: “Wat oordeelt u uw broeder? Of ook u, wat minacht u uw broeder? Wij zullen immers allen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden” (Romeinen 14:10, HSV). Het oordeel over ieders leven is alleen aan God.

Het is niet altijd makkelijk om te onderscheiden tussen bemoeizucht en oprechte bezorgdheid, tussen veroordeling en noodzakelijke terechtwijzing. Daar is fijngevoeligheid voor nodig vanuit de “geestelijke houding” die Paulus in vers 1 noemde.

Het grote verschil zit ‘m in onze intenties. Spreken we iemand aan omdat we bezorgd zijn om zijn geestelijk welzijn? Of benoemen we de zonde van een ander om onszelf beter te voelen?

Ben jij wel eens door andere christenen aangesproken op je gedrag? Gebeurde dat liefdevol of veroordelend?