Gedicht bij Psalm 146

Heer, ik wil U loven
heel mijn leven lang.
U eren door mijn daden
en met mijn gezang.

Vertrouw niet op machtige mensen.
zij, die eer en rijkdom begeren.
Want hun plannen lopen stuk,
omdat zij God niet eren.

Hoe gelukkig is de mens,
die zijn hoop op God heeft gesteld.
Schepper van hemel en aarde,
maar voor wie jouw geluk ook telt!

Hij doet recht aan de verdrukten
maakt gevangenen weer vrij,
opent de ogen van de blinden
zo'n God en Vader, is Hij!
Hij richt gebogenen weer op
geeft de hongerigen brood,
ja, de Heer, Hij is bewogen
over ieder mens in nood.

God geeft om al zijn kinderen
en ook vluchtelingen ziet Hij.
Hij neemt ze in bescherming,
een voorbeeld dus voor mij!
Ook wezen en weduwen
worden gesteund door de Heer.
Zijn liefde gaat naar hen uit,
naar de zwakkeren, altijd weer.
Maar ieder, die het kwade zoekt,
uit hebzucht of eigenbelang,
die komt bedrogen uit
en bewerkt zijn eigen ondergang.

Hij is onze Koning
én Vader tot in eeuwigheid
ja, Hem willen wij volgen, voor altijd!
Halleluja!