Een Twijgje Uit De Stronk Van IsaïVoorbeeld

God houdt Zijn belofte

“Hij [koning Abiam] wandelde overeenkomstig alle zonden van zijn vader, die deze vóór hem gedaan had, en zijn hart was niet volkomen met de HEERE, zijn God, zoals het hart van zijn [voor]vader David. Maar omwille van David gaf de HEERE, zijn God, hem een lamp in Jeruzalem door na hem zijn zoon te doen opstaan en door Jeruzalem in stand te houden” (1 Koningen 15:3-4)

De boeken Koningen en Kronieken beschrijven wat er door de eeuwen heen met Davids koningshuis gebeurde. Het gedrag van zijn nakomelingen wordt afgezet tegen Davids voorbeeld. Sommige koningen “wandelen in zonde”, andere “deden wat juist was in de ogen van de HEERE, zoals [hun voorvader] David”.

Ieder mens, ook iedere Israëlitische koning, is verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag. Uiteindelijk hangt zijn eeuwige bestemming af van zijn persoonlijke relatie met de Heere God: ofwel de eeuwigheid in Gods aanwezigheid doorbrengen, ofwel in de hel. Maar de Bijbelverzen van vandaag laten zien dat God Zijn belofte aan David houdt, ook al leeft koning Abiam in zonde. Abiam is succesvol en ontvangt Gods zegen ondanks zijn eigen gedrag. Dit is een speciaal voorbeeld van Gods belofte in de tien geboden dat Hij “barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen” (Exodus 20:6).

Koning Abiam ontving Gods zegen. Niet omdat hij die verdiend had; het is een blijk van Gods genade en trouw. Kan jij zegeningen noemen die jij niet verdiend hebt, maar toch krijgt?