Jij bent geroepen tot een heilig levenVoorbeeld

Heiligen zijn zondaars

“Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen” (2 Timotheüs 1:9, HSV).

Gelovigen zijn geroepen om heilige mensen te worden, ze zijn niet uitgekozen omdat zij al heilige mensen zijn. Zij zijn door God geroepen “overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade” toen zij nog zondaars waren (Romeinen 5:8). Dat is belangrijk om te begrijpen. God verklaart mensen niet heilig om iets wat zij gedaan hebben, maar roept hen om heiligen te zijn ondanks alles wat zij gedaan hebben.

De apostel Paulus schrijft uitvoerig over dit onderwerp. Hij benadrukt dat wij door pure genade met God in het reine komen. En zelfs nadat Hij onze zonden heeft vergeven, slagen we er vaak niet in om naar zijn maatstaven te leven. Hierover nadenkend zegt Paulus: “Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik.” Maar hij vervolgt: “Als ik nu dat doe wat ik niet wil, breng ík dat niet meer teweeg, maar de zonde die in mij woont” (Romeinen 7:15-20, HSV).

Paulus noemt zichzelf een ‘ellendig mens” omdat hij er niet in slaagt als een heilige te leven. Maar dit alles scheidt hem niet van God. Het verandert niets aan zijn positie als een geliefd kind van de Heere. Hij blijft een heilige, omdat hij bij Jezus hoort.

Herken jij Paulus’ worsteling in je eigen leven?