Een geloof vol vertrouwenVoorbeeld

Dinsdag

Lees: Genesis 16:7–16

SOAP: Genesis 16:13

Toen Abram en Sarai geen andere manier zagen waarop Gods beloften vervuld konden worden, gebruikten ze Hagar om voor Abram een zoon te verwekken. Toen Hagar zwanger werd en haar meesteres daardoor ging minachten, vernederde Sarai haar tot op het punt dat Hagar wegvluchtte. 

Hagar was in grote nood en had hulp en hoop nodig. Ze was op de vlucht en God kwam haar in de wildernis tegemoet. Toen Hagar wegvluchtte van Sarai, zag God haar. Hagar geloofde dat God was Wie Hij zei en dat Hij zou doen wat Hij had gezegd. In haar wanhoop toonde Hagar het geloof dat God van Zijn volk verlangt. 

Hagar toonde haar geloof in de manier waarop zij tot God sprak. Hagar noemde God Lachai-Roï, dat betekent ‘de Levende Die naar mij omziet’. Zij geloofde dat God haar zag en dat Hij haar onder elke omstandigheid zou blijven zien, wat er ook zou gebeuren. Hagar is de eerste persoon in de Bijbel die God een naam geeft. Haar naam voor God toont haar hoop en vertrouwen in Gods karakter en voorziening voor haar, een vreemdeling. Gods zorg en voorziening voor Hagar in de woestijn toont Zijn zorg en liefde voor de vreemdeling, een terugkerend thema in Genesis, zoals we zullen zien. 

God deed aan Abram een grote belofte en de belofte zou door Sarai vervuld worden. Zij zou de moeder zijn van de beloofde erfgenaam. Wanneer God Hagar hier in de woestijn ontmoet, doet Hij haar ook een belofte als drager van Abrams zaad. God beloofde Hagars nakomelingen te vermenigvuldigen en voor haar te zorgen in deze moeilijke omstandigheden. 

Hagar is een onverwacht voorbeeld van geloof, zeker in dezelfde geschiedenis als Abram en Sarai. Terwijl Sarai probeerde de dingen op eigen kracht te regelen, riep Hagar het uit tot God. We worden eraan herinnerd dat God onze moeiten echt ziet en ons roepen beantwoordt. Terwijl Abram en Sarai in dit geval niet het goede voorbeeld gaven van het roepen tot God in hun nood, geeft Hagar, een vreemdeling en een slavin, ons hier een voorbeeld van hoe wij onze zorgen met een verwachtend hart bij God mogen brengen.

Heer, U bent de God Die mij ziet. Ik geloof dat U in mijn nood voor mij zal zorgen. Heer, ik leg mijn moeiten vandaag voor U neer. Ik roep het uit tot U, zoals Hagar in de woestijn, en ik vraag U mij in mijn nood tegemoet te komen, zoals alleen U dat kan. Ik vertrouw mijn omstandigheden aan U toe. Amen.