Open Doors | Jezus navolgen

Markus

Het stuur

Vaderhart van God

Van begin tot eeuwigheid

Het gebed van Jabes: gedurfd leven voor God

Bestaat er absolute waarheid?

Bijbelse principes over ontwikkelen I Ontwikkelen met ambitie I Deel 3

Mediteren over Gods grootheid

Welke impact heeft geloof in God op onze emoties?

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkMAT">
 <div class="chapter ch1" data-usfm="MAT.1">
 <div class="label">1</div><div class="s1">De afkomst van Jezus</div><div class="p"> 1Stamboom van Jezus Christus, een afstammeling van David, die een afstammeling van Abraham was. 2Abraham was de vader van Isaak, Isaak de vader van Jakob, Jakob de vader van Juda en zijn broers,</div><div class="p"> 3Juda was de vader van Peres en Zerah, Tamar was hun moeder. Peres was de vader van Chesron, Chesron de vader van Aram, 4Aram was de vader van Amminadab, Amminadab de vader van Nachson, Nachson was de vader van Salmon, 5Salmon de vader van Boaz, Rachab was zijn moeder. Boaz was de vader van Obed, Ruth was zijn moeder. Obed was de vader van Isa&#239; 6en Isa&#239; de vader van David, de koning. David was de vader van Salomo, Salomo&#700;s moeder was de vrouw van Uria. 7Salomo was de vader van Rechabeam, Rechabeam de vader van Abia. Abia was de vader van Asaf, 8Asaf de vader van Josafat, Josafat de vader van Joram, Joram was de vader van Uzzia, 9Uzzia de vader van Jotam, Jotam de vader van Achaz, Achaz de vader van Hizkia, 10Hizkia was de vader van Manasse, Manasse de vader van Amos, Amos de vader van Josia, 11Josia was de vader van Jechonja en zijn broers, die geboren werden in de tijd van de verbanning naar Babel.</div><div class="p"> 12Na die verbanning werd Jechonja vader van een zoon, die Sealti&#235;l heette. Sealti&#235;l was de vader van Zerubbabel, 13Zerubbabel de vader van Abiud, Abiud was de vader van Eljakim, Eljakim de vader van Azor, 14Azor de vader van Sadok, Sadok de vader van Achim, Achim de vader van Eliud, 15Eliud was de vader van Eleazar, Eleazar de vader van Mattan, Mattan was de vader van Jakob, 16Jakob de vader van Jozef, die getrouwd was met Maria, de moeder van Jezus, die Christus genoemd wordt.</div><div class="p"> 17Van Abraham tot David zijn dus veertien generaties, van David tot de verbanning naar Babel ook veertien generaties en van de verbanning tot de geboorte van Christus nog eens veertien generaties.</div><div class="s1">De ouders van Jezus</div><div class="p"> 18De geboorte van Jezus Christus gebeurde als volgt. Toen zijn moeder Maria aan Jozef uitgehuwelijkt was maar nog niet met hem samenwoonde, bleek zij in verwachting te zijn door de Heilige Geest. 19Omdat Jozef een rechtschapen mens was en haar de schande wilde besparen, besloot hij om in stilte van haar te scheiden.</div><div class="p"> 20Terwijl hij hierover lag na te denken, verscheen hem een engel van de Here in een droom. &#8216;Jozef, zoon van David,&#8217; zei de engel, &#8216;u kunt gerust uw vrouw Maria bij u in huis nemen. Zij is in verwachting door de Heilige Geest.</div><div class="p"> 21Zij zal een zoon krijgen, die u Jezus moet noemen. Dat betekent &#8220;God redt&#8221;. Want Hij zal zijn volk redden van de zonden.&#8217; 22Daardoor zal in vervulling gaan wat God door de profeet Jesaja heeft gezegd: 23&#8216;De maagd zal zwanger worden en een zoon baren! En men zal het kind Immanu&#235;l noemen, dat betekent: &#8220;God is met ons.&#8221;&#8198;&#8217;</div><div class="p"> 24Daarna werd Jozef wakker. Hij deed wat de engel had gezegd en nam zijn vrouw bij zich in huis. 25Maar hij had geen gemeenschap met haar tot na de geboorte van het kind. En Jozef noemde Hem Jezus.</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkDEU">
 <div class="chapter ch32" data-usfm="DEU.32">
 <div class="label">32</div><div class="s1">Het lied van Mozes</div><div class="q1"> 1&#8216;Luister, hemelen en aarde, luister naar wat ik zeg!</div><div class="q1"> 2Mijn woorden zullen op u vallen als de zachte regen en de dauw, als regensluiers op het gras en als regensluiers op het jonge groen.</div><div class="q1"> 3Ik wil de grootheid van de Here uitroepen en van zijn glorie vertellen.</div><div class="q1"> 4Hij is de Rots, zijn daden zijn volmaakt. Alles wat Hij doet, is rechtvaardig en goed. Hij is God, een God die trouw is, zonder bedrog, Hij is de Rechtvaardige.</div><div class="q1"> 5Maar Isra&#235;l is ontrouw geworden. Haar zonde is een schandvlek en zij behoort niet langer aan Hem toe. Het is een koppig en ontaard geslacht.</div><div class="q1"> 6Behandelt u de Here zo, dwaas en onwijs volk? Is God dan niet uw Vader? Heeft Hij u niet gemaakt? Heeft Hij u niet voorbereid en sterk gemaakt?</div><div class="q1"> 7Denk toch eens terug aan heel lang geleden, vraag het uw vader of een oudere man. Zij zullen u ervan vertellen.</div><div class="q1"> 8Toen God de wereld tussen de volken verdeelde, gaf Hij elk een vast gebied. Hij stelde de grenzen vast naar het getal van de zonen van Isra&#235;l.</div><div class="q1"> 9Maar Isra&#235;l behoort de Here toe, het is het erfdeel van de Here!</div><div class="q1"> 10Hij beschermde Isra&#235;l in de wildernis, in een streek die huilt van eenzaamheid, als zijn eigen oogappel.</div><div class="q1"> 11Hij spreidde zijn vleugels over Isra&#235;l uit, net als een arend zijn jongen op de vleugels neemt en zo beschermt. Zo doet de Here met zijn volk, de Isra&#235;lieten!</div><div class="q1"> 12Toen de Here hun enige leider was en zij geen andere goden aanbaden,</div><div class="q1"> 13gaf de Here vruchtbare heuveltoppen aan hen en golvende, vruchtbare velden. Honing uit de rotsen en olie uit het keiharde gesteente.</div><div class="q1"> 14Hij gaf hun melk en vlees&#8212;van de beste schapen en rammen van Basan en van geiten&#8212;en het beste deel van de tarwe. Zij dronken fonkelende wijn, heerlijk druivenbloed.</div><div class="q1"> 15Maar het rechtschapen Isra&#235;l werd dik en vetgemest en kwam in verzet. In de overvloed vergat het zijn God en keerde de Rots van zijn behoud de rug toe.</div><div class="q1"> 16Isra&#235;l ging andere goden achterna en wekte zo de toorn van de Here op, want Hij is een jaloerse God.</div><div class="q1"> 17Het volk bracht offers aan boze geesten, nieuwe goden die nog nooit eerder waren aanbeden.</div><div class="q1"> 18De Isra&#235;lieten hadden geen oog meer voor de Rots die hen had gesteund en vergaten dat God hen had gemaakt.</div><div class="q1"> 19De Here zag wat zij deden en werd daardoor zo gekrenkt dat Hij Zich van zijn kinderen afkeerde.</div><div class="q1"> 20Hij zei: &#8220;Ik trek Mij van hen terug, dan zullen we eens zien wat van hen terechtkomt! Want zij zijn door en door slecht, trouw kennen ze niet.</div><div class="q1"> 21Zij hebben Mij diep beledigd en jaloers gemaakt op hun afgoden, die geen goden zijn. Nu zal Ik hen op mijn beurt beledigen en jaloers maken op een volk dat geen volk is, Ik maak u kwaad op een volk dat geen inzicht heeft.</div><div class="q1"> 22Want mijn toorn is een brandend vuur, dat tot de bodem van de hel reikt. Het zal de aarde en alle gewassen die erop groeien, verteren en alle bergen op aarde in vuur en vlam zetten.</div><div class="q1"> 23Ik zal rampen over hen uitstorten en hen met mijn pijlen neerschieten.</div><div class="q1"> 24Ik zal hen laten vermageren door honger, brandende koorts en dodelijke ziekten. Ik zal wilde beesten op hen loslaten om hen met hun tanden te verscheuren en venijnige slangen die door het stof kruipen.</div><div class="q1"> 25Buitenshuis zaait de oorlog verwoesting en binnenshuis heerst de angst voor de dood. Niemand wordt ontzien, man noch vrouw, jong noch oud.</div><div class="q1"> 26Ik had besloten hen te verspreiden over verre landen, zodat zelfs de herinnering aan hen zou verdwijnen.</div><div class="q1"> 27Maar toen bedacht Ik: &#8216;Mijn vijanden zullen leedvermaak hebben en zeggen: Isra&#235;l is door onze kracht vernietigd! Het was niet de Here die dat deed.&#8217;&#8198;&#8221;</div><div class="q1"> 28Isra&#235;l is een dwaas volk zonder enig verstand.</div><div class="q1"> 29Ach, Ik zou willen dat de Isra&#235;lieten wijs waren! Konden zij het maar begrijpen! Wisten zij maar wat hun te wachten staat!</div><div class="q1"> 30Hoe zou &#233;&#233;n enkele vijand duizend van hen kunnen achtervolgen, hoe zouden twee vijanden tienduizend van hen op de vlucht kunnen jagen als hun Rots hen niet alleen had gelaten?</div><div class="q1"> 31Want de rots van andere volken lijkt in de verste verte niet op onze Rots, gebeden tot hun goden zijn waardeloos.</div><div class="q1"> 32Zij doen hetzelfde als de mannen van Sodom en Gomorra: hun daden zijn zo bitter als vergif.</div><div class="q1"> 33Hun wijn is slangengif.</div><div class="q1"> 34Maar Isra&#235;l is mijn eigen volk, als een kostbaar juweel weggeborgen in mijn schatkamers.</div><div class="q1"> 35Ik zal wraak nemen, Ik zal het kwaad vergelden. Isra&#235;ls lot staat vast en het zal spoedig met het volk gedaan zijn.</div><div class="q1"> 36De Here zal zijn volk recht doen en begrip tonen als de krachten van de mensen zijn uitgeput, als meester en knecht niet meer verder kunnen.</div><div class="q1"> 37Dan zal de Here vragen: &#8220;Waar zijn hun goden, de rotsen waarop zij vertrouwden?</div><div class="q1"> 38Waar zijn nu die goden aan wie zij hun vet en wijn offerden? Laten die goden opstaan en aantonen dat zij hen kunnen helpen.</div><div class="q1"> 39Ziet u dan niet dat alleen Ik God ben? Ik dood en Ik maak weer levend. Ik verwond en Ik genees. Er is niemand die iets uit mijn macht kan bevrijden.</div><div class="q1"> 40-41 Ik hef mijn hand naar de hemelen en zweer bij Mijzelf: zo waar als Ik eeuwig leef, Ik zal mijn bliksemend zwaard slijpen en Mij wreken op mijn tegenstanders en op hen die Mij haten.</div><div class="q1"> 42Mijn pijlen zullen dronken zijn van het bloed. Mijn zwaard zal het vlees verslinden van verslagenen en gevangenen, van de hoofden van de vijand.&#8221;</div><div class="q1"> 43Volken van de wereld, wees blij met het volk van God! Want Hij wreekt het bloed van zijn dienaren en Hij wreekt zich op zijn tegenstanders. Zo verzoent Hij zijn land en zijn volk.&#8217;</div><div class="p"> 44-47Toen Mozes en Jozua alle woorden van het lied aan het volk hadden doorgegeven, zei Mozes tegen de aanwezigen: &#8216;Onthoud en overdenk de wetten die ik u heb gegeven. Geef ze aan uw kinderen door! Want deze wetten zijn niet alleen maar een verzameling woorden: zij zijn uw hele leven! Door ze te gehoorzamen, zult u lang en voorspoedig leven in het land dat aan de overzijde van de Jordaan ligt en dat u zo dadelijk in bezit gaat nemen.&#8217;</div><div class="p"> 48-50Nog diezelfde dag zei de Here tegen Mozes: &#8216;Ga naar de berg Nebo in het Abarim-gebergte tegenover Jericho, in het land Moab. Beklim de top en kijk dan uit over Kana&#228;n, het land dat Ik het volk Isra&#235;l ga geven. Nadat u het land hebt gezien, zult u sterven en zult u zich met uw voorouders verenigen, net zoals uw broer A&#228;ron die stierf op de berg Hor. 51-52 Want u was Mij ontrouw te midden van het volk Isra&#235;l bij uw de bronnen van Meriba, dichtbij Kades in de woestijn Sin. Aan uw voeten zult u het land zien liggen dat Ik het volk Isra&#235;l geef, maar u mag het niet binnengaan.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkJHN">
 <div class="chapter ch8" data-usfm="JHN.8.36">
 <div class="p">36Als u door de Zoon van God wordt bevrijd, zult u werkelijk vrij zijn. </div>
 </div>
 </div>
</div>

Strong Disciples TwoVoorbeeld

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen