De vastberaden dochter en de verlossende bloedverwant 

Door Danny Saavedra

"Maar Ruth hield vast...” – (Ruth 1:14, HTB)

Het verhaal van Ruth begint heel droevig. Naomi's man en haar twee zonen sterven. Ze vertelt haar twee schoondochters dat ze terug naar hun ouders moeten gaan. Naomi wilde terugkeren naar haar familie in Juda. Eén schoondochter deed wat Naomi vroeg, maar Ruth wilde bij Naomi blijven om voor haar te zorgen. 

Ruth wist niet wat er zou gebeuren in haar toekomst, maar ze koos ervoor om voor Naomi te zorgen en niet aan zichzelf te denken. Ruth kende God niet voordat ze Naomi ontmoette, maar nu wilde ze Hem volgen net als Naomi. Ruth zei: "Ik wil met u meegaan. Ik hou van u en ik wil voor u zorgen. Overal waar u gaat, wil ik gaan. Overal waar u leeft, wil ik leven. Uw volk zal mijn volk zijn. Uw God zal mijn God zijn." 

Om voor Naomi te zorgen, moest Ruth hard werken in gerstevelden en de hele dag graan verzamelen. De naam van de eigenaar van de velden was Boaz. Boaz was vriendelijk voor Ruth. Toen hij het verhaal over haar hoorde, hoe ze gebleven was om voor Naomi te zorgen, begon hij van haar te houden. Korte tijd later waren Ruth en Boaz getrouwd. 

Dus ook al begon het verhaal van Ruth droevig, er was toch een gelukkig einde! God voorzag en zegende Ruth en Naomi omdat ze Hem bleven volgen. Boaz hield van Ruth en zorgde voor haar en Naomi voor de rest van hun leven.