De reis van Simon Peter, deel 1: 'Genade in mislukking'

Wat betekent ‘geloof, hoop en liefde’?

De reis van Simon Peter, Deel 4: 'Van rivaliteit naar roeping'

De reis van Matthew, Deel 4: ‘De gaven die jij hebt’

Wat wordt bedoeld met het Koninkrijk van God?

Laat Er Licht Zijn (Tienerleiders)

Geloof; Wat houdt dat in?

De reis van Simon Peter, Deel 3: 'Innerlijke strijd'

De reis van Simon Peter, Deel 2: 'Leren vertrouwen'

Laat er Licht zijn!

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkMAT">
 <div class="chapter ch22" data-usfm="MAT.22.34+MAT.22.35+MAT.22.36+MAT.22.37+MAT.22.38+MAT.22.39+MAT.22.40+MAT.22.41+MAT.22.42+MAT.22.43+MAT.22.44+MAT.22.45+MAT.22.46">
 <div class="p">34Toen de Farizee&#235;n hoorden dat Hij de Sadducee&#235;n de mond had gesnoerd, kwamen zij met een nieuwe strikvraag. 35Een van hen, een bijbelgeleerde, nam het woord. 36&#8216;Meester, wat is het belangrijkste gebod in de wet van Mozes?&#8217; 37Jezus antwoordde: &#8216;Heb de Here, uw God, lief met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38Dit gebod is het eerste en het belangrijkste. 39Het tweede gebod komt op hetzelfde neer: &#8220;Heb uw naaste net zo lief als uzelf.&#8221; 40Deze twee geboden zijn de basis van de hele wet en de profeten.&#8217;</div><div class="p"> 41Er stonden verschillende Farizee&#235;n om Jezus heen. Hij vroeg hun: 42&#8216;Hoe staat het met de Christus? Van wie is Hij een zoon?&#8217; &#8216;Van David,&#8217; antwoordden zij. 43&#8216;Hoe kan David hem dan Here noemen?&#8217; vroeg Jezus. &#8216;Want hij heeft gezegd: 44&#8220;God zei tegen mijn Here: Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden aan U onderworpen heb.&#8221; Dat was hem ingegeven door de Heilige Geest. 45Als David hem Here noemt, hoe kan de Christus dan zijn Zoon zijn?&#8217; 46Ze hadden daar geen antwoord op. En van die dag af durfde niemand meer met zo&#700;n vraag bij Hem te komen.</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkMAT">
 <div class="chapter ch23" data-usfm="MAT.23.1+MAT.23.2+MAT.23.3+MAT.23.4+MAT.23.5+MAT.23.6+MAT.23.7+MAT.23.8+MAT.23.9+MAT.23.10+MAT.23.11+MAT.23.12+MAT.23.13+MAT.23.14+MAT.23.15+MAT.23.16+MAT.23.17+MAT.23.18+MAT.23.19+MAT.23.20+MAT.23.21+MAT.23.22+MAT.23.23+MAT.23.24+MAT.23.25+MAT.23.26+MAT.23.27+MAT.23.28+MAT.23.29+MAT.23.30+MAT.23.31+MAT.23.32+MAT.23.33+MAT.23.34+MAT.23.35+MAT.23.36+MAT.23.37+MAT.23.38+MAT.23.39">
 <div class="p">1Jezus zei tegen de mensen en zijn leerlingen: 2&#8216;De bijbelgeleerden en de Farizee&#235;n moeten de wet van Mozes handhaven. 3U moet precies doen wat zij zeggen. Maar hun voorbeeld mag u beslist niet volgen. Ze doen zelf niet wat zij zeggen. 4Ze leggen de mensen enorme lasten op, maar steken zelf geen vinger uit om die te verlichten. 5Alles wat zij doen, is om op te vallen. Ze binden hun gebedsriemen, met wetteksten erin, op hun linkerarm en hun voorhoofd. Om heilig te lijken, maken ze die extra breed. En de kwasten aan hun kleren, die aan Gods geboden herinneren, maken ze extra lang. 6Zij vinden het heerlijk om bij de maaltijden aan het hoofd van de tafel te zitten. Zij genieten ervan als zij in de synagoge de voornaamste plaatsen krijgen 7en voelen zich gevleid als ze op straat eerbiedig worden gegroet, als men hen met rabbi of meester aanspreekt. 8Maar Ik waarschuw u: laat u nooit zo noemen. Want u hebt maar &#233;&#233;n Meester en u bent allemaal broers en zusters van elkaar. 9Noem nooit een mens vader. Want u hebt maar &#233;&#233;n Vader, God in de hemel. 10Laat u ook nooit leraar noemen, want u hebt maar &#233;&#233;n Leraar en dat ben Ik, de Christus. 11De belangrijkste onder u moet de anderen dienen. 12Wie zichzelf verheft, zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert, zal verheven worden.</div><div class="p"> 13Maar pas op, bijbelgeleerden en Farizee&#235;n! Huichelaars! Want u belet mensen het Koninkrijk van de hemelen in te gaan. En zelf gaat u er ook niet in! De mensen die er in willen gaan, worden door u tegengehouden. 14U maakt de weduwen zelfs hun huis afhandig. En voor de vrome schijn zegt u lange gebeden op. De straf die u krijgt, zal daarom zwaarder zijn. 15U bent stuk voor stuk huichelaars! Want u trekt stad en land door om &#233;&#233;n mens tot uw geloof te bekeren en dan wordt die wel twee keer zo slecht als u bent: klaar voor de hel! 16Jullie zijn blinde leiders! U zegt dat het niets betekent als iemand bij de tempel zweert. Dan mag hij zijn eed breken. Maar zweert hij bij het goud van de tempel, dan moet hij zijn eed houden. 17Wat een domme redenering! U bent stekeblind. Wat is belangrijker? Het goud of de tempel waardoor het goud heilig wordt? 18Nog zoiets: u zegt dat het niets betekent als iemand bij het altaar zweert. Maar zweert iemand bij het offer op het altaar, dan mag hij zijn eed niet breken. 19Jullie zijn werkelijk stekeblind! Wat is belangrijker? Het offer of het altaar dat het offer heilig maakt? 20Wie zweert bij het altaar, zweert niet alleen bij het altaar, maar ook bij alles wat erop ligt. 21En wie zweert bij de tempel, zweert niet alleen bij de tempel, maar ook bij Hem die erin woont. 22En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij God Zelf die op de troon zit.</div><div class="p"> 23Bijbelgeleerden en Farizee&#235;n! Het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars, u geeft tien procent van wat u heeft aan munt en andere kruiden aan de tempel, maar waar het op aankomt, goedheid, medelijden en trouw, daar houdt u zich niet mee bezig. U moet het ene doen en het andere niet nalaten. 24Jullie zijn blinde leiders en zeven de wijn om er een mug uit te halen. Maar een kameel slikt u door.</div><div class="p"> 25Bijbelgeleerden en Farizee&#235;n! Het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars, u maakt de bekers en schotels van buiten schoon, maar ziet niet dat ze van binnen vol roof en hebzucht zitten.</div><div class="p"> 26Blinde Farizee&#235;n! Maak eerst de binnenkant van de beker schoon. Dan zal ook de buitenkant schoon worden.</div><div class="p"> 27Bijbelgeleerden en Farizee&#235;n! Het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars, jullie lijken op witgekalkte graven, die er van buiten mooi uitzien, maar van binnen vol doodsbeenderen en bederf zitten. 28U doet u heel vroom en oprecht voor, maar in uw hart bent u huichelachtig en slecht.</div><div class="p"> 29Bijbelgeleerden en Farizee&#235;n, het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars! U bouwt monumenten voor de profeten die door uw voorouders om het leven zijn gebracht. U legt bloemen op de graven van goede, onschuldige mensen en zegt: 30&#8220;Als wij toen hadden geleefd, zouden wij de profeten nooit hebben vermoord.&#8221; 31U erkent dus dat u zonen bent van hen die de profeten hebben vermoord. 32Maak de maat maar vol. 33Stelletje sluwe slangen! Hoe zult u aan het vreselijke oordeel van de hel ontkomen? 34Ik zal profeten, wijze mannen en bijbelgeleerden naar u toesturen. U zult sommigen van hen vermoorden door hen aan een kruis te spijkeren. Anderen zult u in de synagogen afranselen en van stad tot stad vervolgen. 35Daardoor maakt u zich schuldig aan de dood van al de onschuldige en gelovige mensen die werden vermoord, van de onschuldige Abel tot Zacharia, de zoon van Berechja, die werd vermoord tussen het tempelhuis en het altaar. 36Ja, Ik verzeker u: het oordeel over al het kwaad van vroeger zal op het hoofd van deze generatie neerkomen.</div><div class="p"> 37Jeruzalem, Jeruzalem! Stad die de profeten vermoordt en de mannen die naar haar zijn toegestuurd, dood gooit met stenen! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bij elkaar willen brengen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels bijeenbrengt. Maar u hebt het niet gewild! 38Let op: uw huis wordt aan zijn lot overgelaten. 39Want u zult Mij van nu af aan niet meer zien, tot de dag dat u zult zeggen: &#8220;Gelukkig is Hij die namens de Here komt&#8221;.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkMRK">
 <div class="chapter ch12" data-usfm="MRK.12.28+MRK.12.29+MRK.12.30+MRK.12.31+MRK.12.32+MRK.12.33+MRK.12.34+MRK.12.35+MRK.12.36+MRK.12.37+MRK.12.38+MRK.12.39+MRK.12.40+MRK.12.41+MRK.12.42+MRK.12.43+MRK.12.44">
 <div class="p">28Een bijbelgeleerde die stond te luisteren, hoorde hoe raak Jezus de Sadducee&#235;n antwoordde. Hij kwam dichterbij en vroeg: &#8216;Wat is het belangrijkste gebod?&#8217; 29Jezus antwoordde: &#8216;Dat is: &#8220;Luister Isra&#235;l, de Here is onze God, de Here is &#233;&#233;n. 30Heb de Here, uw God, lief met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw verstand en met heel uw kracht.&#8221; 31En het gebod dat daarna komt, is dit: &#8220;Heb uw naaste net zo lief als uzelf.&#8221; Belangrijker geboden dan deze twee zijn er niet.&#8217; 32De bijbelgeleerde zei: &#8216;Ja, Meester, het is waar wat U zegt. Er is maar &#233;&#233;n God. Er is geen God behalve Hij. 33Waar het op aankomt, is dat wij Hem liefhebben met alles wat in ons is en dat wij net zoveel van onze naaste houden als van onszelf. Dat is veel belangrijker dan het brengen van allerlei offers.&#8217;</div><div class="p"> 34Jezus zag dat de man heel goed begreep waar het om ging en zei tegen hem: &#8216;U bent niet ver van het Koninkrijk van God.&#8217; Toen Hij dat had gezegd, durfde niemand Hem nog iets te vragen.</div><div class="p"> 35Terwijl Jezus op het tempelplein stond te spreken, stelde Hij de mensen een vraag. &#8216;Hoe kunnen de bijbelgeleerden nu zeggen dat de Christus een zoon van David is? 36David heeft immers zelf gezegd: &#8220;God zei tegen mijn Here: Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden aan U onderworpen heb.&#8221; De Heilige Geest gaf hem dit in. 37Als David Hem zijn Here noemt, hoe kan de Christus dan zijn zoon zijn?&#8217; Heel veel mensen stonden geboeid naar Hem te luisteren. 38Hij waarschuwde hen voor de bijbelgeleerden. &#8216;Zij houden ervan in deftige kleren rond te lopen om op te vallen,&#8217; zei Hij. &#8216;Zij vinden het heerlijk om op straat eerbiedig gegroet te worden. 39In de synagoge en aan tafel zitten zij graag op de voornaamste plaatsen. 40Maar houd ze in de gaten! Zij maken de weduwen zelfs hun huis afhandig. En voor de vrome schijn zeggen zij lange gebeden op. De straf die zij krijgen, zal daarom zwaarder zijn.&#8217;</div><div class="p"> 41Hij ging bij een van de collectekisten in de tempel zitten en zag hoe de mensen er geld ingooiden. Er waren nogal wat rijken die er veel in deden. 42Er kwam ook een arme weduwe. Zij gooide er twee koperen muntjes in. 43&#8216;Die arme weduwe heeft meer gegeven dan al die rijke mannen,&#8217; zei Hij tegen zijn leerlingen. 44&#8216;Want die rijken hebben gegeven wat zij niet nodig hadden, maar deze vrouw gaf van haar armoede alles wat nodig was voor haar levensonderhoud.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkLUK">
 <div class="chapter ch20" data-usfm="LUK.20.41+LUK.20.42+LUK.20.43+LUK.20.44+LUK.20.45+LUK.20.46+LUK.20.47">
 <div class="p">41Daarna had Hij een vraag voor hen: &#8216;Waarom wordt gezegd dat de Christus rechtstreeks van David zal afstammen? 42Want David schreef in een van zijn Psalmen: &#8220;God zei tegen mijn Here: Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand, 43totdat Ik uw vijanden aan U onderworpen heb.&#8221; 44Hoe kan de Christus nu Davids zoon zijn en tegelijk zijn Here?&#8217;</div><div class="p"> 45Alle omstanders konden het horen toen Hij tegen zijn leerlingen zei: &#8216;Ik waarschuw jullie voor de bijbelgeleerden. 46Ze vinden het heerlijk om in deftige gewaden rond te lopen en op straat eerbiedig te worden gegroet. Zij hechten er veel waarde aan in de synagogen en bij de feestmaaltijden op de voornaamste plaatsen te zitten. 47Maar houd ze in de gaten! Zij maken de weduwen zelfs hun huis afhandig. En voor de vrome schijn zeggen zij lange gebeden op. De straf die zij krijgen, zal daarom zwaarder zijn.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkLUK">
 <div class="chapter ch21" data-usfm="LUK.21.1+LUK.21.2+LUK.21.3+LUK.21.4">
 <div class="p">1Hij keek op en zag hoe de rijken hun gaven in de collectekist gooiden. 2Er kwam ook een arme weduwe. Zij deed er twee koperen muntjes in. 3&#8216;Kijk,&#8217; zei Hij, &#8216;die arme weduwe heeft meer gegeven dan al de anderen bij elkaar. 4Want de rijken hebben vanuit hun rijkdom gegeven, maar deze vrouw gaf van haar armoede alles wat nodig was voor haar levensonderhoud.&#8217;</div><div class="p"> </div>
 </div>
 </div>
</div>

NT ChronologischVoorbeeld

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen