Bijbelse principes over ontwikkelen I Ontwikkelen met ambitie I Deel 3

Ik wil gelukkig zijn. Kan God mij helpen?

Bijbelse principes over ontwikkelen I Ontwikkelen door de regie te pakken I Deel 4

Is God aanwezig op een paranormale beurs?

Sluit God mij uit?

Overgave aan de Heilige Geest | Deel 1

Doop: duik of druppel?

Geestelijke identiteit

Het gebed van Jabes: gedurfd leven voor God

Sleutels om de geest en het hart te genezen

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bk2CH">
 <div class="chapter ch10" data-usfm="2CH.10">
 <div class="label">10</div><div class="s1">De opstand tegen Rehabeam, koning van Isra&#235;l</div><div class="p"> 1Het volk Isra&#235;l kwam naar Sichem om Rehabeams kroning bij te wonen. 2-3 Intussen stuurden vrienden van Jerobeam, de zoon van Nebat, deze in Egypte het bericht dat koning Salomo was overleden. Jerobeam verbleef in Egypte, waarheen hij was gevlucht voor koning Salomo. Hij keerde nu zo snel mogelijk terug en woonde de kroning bij om het volk aan te voeren bij de eisen die het aan Rehabeam stelde: 4&#8216;Uw vader was een strenge meester,&#8217; zeiden zij. &#8216;Als u ons menswaardiger behandelt, willen wij u wel als koning hebben.&#8217; 5Rehabeam antwoordde dat hij hun drie dagen later zijn besluit zou meedelen.</div><div class="p"> 6Hij besprak hun eis met de oude mannen die zijn vader Salomo hadden geadviseerd. &#8216;Wat moet ik hun antwoorden?&#8217; vroeg hij. 7&#8216;Als u lang hun koning wilt blijven,&#8217; antwoordden zij, &#8216;dan moet u hun een positief antwoord geven en vriendelijk behandelen.&#8217; 8-9 Maar dat advies stond hem niet aan. En daarom vroeg hij de jonge mannen met wie hij was opgegroeid om raad. &#8216;Wat denken jullie dat ik het beste kan doen?&#8217; vroeg hij. &#8216;Moet ik hen soepeler behandelen dan mijn vader deed?&#8217; 10&#8216;Nee,&#8217; vonden zij. &#8216;Zeg tegen hen: &#8220;Als u denkt dat mijn vader u hard behandelde, wacht dan maar eens af hoe ik u zal aanpakken!&#8221; zeg hun: &#8220;Mijn pink is dikker dan mijn vaders lid. 11Ik zal u harder gaan behandelen, zeker niet soepeler. Mijn vader gebruikte de gesel, maar ik zal schorpioenen gebruiken.&#8221;&#8198;&#8217;</div><div class="p"> 12Toen Jerobeam en het volk volgens afspraak drie dagen later terugkeerden om het antwoord van koning Rehabeam te vernemen, 13hield hij een harde toespraak voor hen. Hij negeerde de adviezen van de oude mannen 14en volgde die van de jonge mannen op. &#8216;Mijn vader zorgde voor zware lasten, maar ik zal uw lasten nog zwaarder maken,&#8217; klonk het onheilspellend uit zijn mond. &#8216;Mijn vader ranselde u met gesels, maar ik zal u geselen met schorpioenen.&#8217; 15De koning wees de eisen van het volk dus af. God liet hem dit doen om zijn woord trouw te blijven dat Hij door de Siloniet Ahia aan Jerobeam had laten doorgeven.</div><div class="p"> 16Toen de mensen beseften wat de koning hun vertelde, draaiden zij zich om en lieten hem staan. &#8216;Wat hebben wij met David en zijn nageslacht te doen,&#8217; riepen zij boos. &#8216;Wij kiezen wel een andere koning! Laat Rehabeam maar over zijn eigen stam Juda regeren. Wij gaan naar huis!&#8217; En zo vertrokken zij. 17De leden van de stam van Juda bleven echter trouw aan koning Rehabeam. 18Korte tijd later stuurde koning Rehabeam Hadoram als afgezant naar de stammen van Isra&#235;l, maar de mensen gooiden hem met stenen dood. Toen koning Rehabeam dat nieuws hoorde, sprong hij snel in zijn rijtuig en ontsnapte ternauwernood naar Jeruzalem. 19En sinds die tijd weigerde Isra&#235;l te worden geregeerd door een nakomeling van David.</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bk2CH">
 <div class="chapter ch11" data-usfm="2CH.11">
 <div class="label">11</div><div class="s1">Rehabeam, koning van Juda</div><div class="p"> 1Na zijn aankomst in Jeruzalem mobiliseerde Rehabeam de legers van Juda en Benjamin, honderdtachtigduizend man sterk, en verklaarde de rest van Isra&#235;l de oorlog, in een poging het koninkrijk te herenigen. 2Maar de Here zei tegen de profeet Semaja: 3&#8216;Ga naar koning Rehabeam van Juda, de zoon van Salomo, en naar het volk van Juda en Benjamin en zeg hun: 4&#8220;De Here zegt: vecht niet tegen uw broeders. Ga naar huis, want Ik heb dit alles zo gewild.&#8221;&#8198;&#8217; Zij gehoorzaamden de Here en trokken niet op tegen Jerobeam.</div><div class="p"> 5-10Rehabeam bleef in Jeruzalem en versterkte de volgende steden in Juda met muren en poorten om zich zo te beschermen: Bethlehem, Etam, Tekoa, Bet-Zur, Socho, Adullam, Gath, Maresa, Zif, Adora&#239;m, Lachis, Azeka, Zora, Ajalon en Hebron. 11Tevens bemande hij deze versterkte steden met soldaten en officieren en voorzag hen van voorraden voedsel, olijfolie en wijn. 12In de wapenarsenalen van elke stad werden schilden en speren geplaatst als een verdere veiligheidsmaatregel. Want alleen Juda en Benjamin waren in zijn bezit.</div><div class="p"> 13-14 De priesters en Levieten die in Isra&#235;l woonden, volgden echter ook Rehabeam. Zij verlieten hun woonplaatsen en trokken naar Juda en Jeruzalem. Koning Jerobeam had hen namelijk van hun functies ontheven en gezegd dat zij niet langer priesters van de Here mochten zijn. 15In plaats van hen had hij andere priesters aangesteld die dienst moesten doen bij de verering van demonen en offers moesten brengen aan beelden van kalveren die hij in de heuvels had opgesteld. 16Ook oprechte gelovigen uit heel Isra&#235;l begonnen naar Jeruzalem te verhuizen, omdat zij daar de Here, de God van Isra&#235;l, in vrijheid konden aanbidden en offers brengen. 17Hun komst versterkte het koninkrijk van Juda zodanig dat koning Rehabeam drie jaar zonder verdere problemen kon blijven regeren. In die jaren probeerden zij oprecht de Here te gehoorzamen naar het voorbeeld van koning David en koning Salomo. 18Rehabeam trouwde met zijn nicht Machalat. Zij was een dochter van Davids zoon Jerimoth en van Abiha&#239;l, de dochter van Davids broer Eliab. 19Uit dit huwelijk werden drie zonen geboren: Je&#252;s, Semarja en Zaham. 20Later trouwde hij ook nog met Ma&#228;cha, de kleindochter van Absalom. Zij schonk hem Abia, Atthai, Ziza en Selomit. 21Rehabeam hield meer van Ma&#228;cha dan van een van zijn andere vrouwen en bijvrouwen, hij had achttien vrouwen en zestig bijvrouwen, met in totaal achtentwintig zonen en zestig dochters. 22Ma&#228;cha&#700;s zoon Abia was zijn lievelingszoon en kreeg de leiding over zijn broers, want Rehabeam besloot hem tot zijn opvolger te maken. 23Hij nam de verstandige maatregel zijn andere zonen te verspreiden over de versterkte steden in het gebied van Juda en Benjamin. Hij gaf hun voldoende te eten en zorgde dat zij allemaal meer dan &#233;&#233;n vrouw kregen.</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkPRO">
 <div class="chapter ch29" data-usfm="PRO.29.1+PRO.29.2+PRO.29.3+PRO.29.4+PRO.29.5+PRO.29.6+PRO.29.7+PRO.29.8+PRO.29.9+PRO.29.10+PRO.29.11+PRO.29.12+PRO.29.13+PRO.29.14">
 <div class="q1">1Een man die ondanks veelvuldige waarschuwingen weigert zijn leven te beteren, komt onverwacht ten val.</div><div class="q1"> 2Wanneer de rechtvaardigen aan de macht komen, voelt het volk zich tevreden, maar onder het bewind van een goddeloze wordt het volk verdrukt.</div><div class="q1"> 3Een vader is blij met een verstandige zoon, maar een hoerenloper jaagt zijn geld erdoor.</div><div class="q1"> 4Een koning houdt zijn land gezond door rechtvaardig te regeren, maar een corrupte koning leidt zijn land naar de ondergang.</div><div class="q1"> 5Iemand die zijn naaste stroop om de mond smeert, misleidt hem.</div><div class="q1"> 6Een boosdoener zit gevangen in zijn eigen kwaad, maar de rechtvaardige leeft blij en zingt van vreugde.</div><div class="q1"> 7Een rechtvaardige rechter spant zich in voor de armen, de goddeloze beseft echter niet dat hij de arme moet helpen.</div><div class="q1"> 8Spotters zijn een schandvlek en een gevaar voor een stad, wijze mensen weten Gods toorn echter af te wenden.</div><div class="q1"> 9Het is zinloos als een verstandig mens een dwaas voor de rechter sleept. Of hij nu vriendelijk is of kwaad, de dwaas is toch niet tot rede te brengen.</div><div class="q1"> 10Bloeddorstige lieden hebben een hekel aan eerlijke mensen, maar oprechten trachten hun leven te redden.</div><div class="q1"> 11Een dwaas schreeuwt van woede, een verstandig mens beheerst zich en komt tot rust.</div><div class="q1"> 12Een leider die naar leugens luistert, heeft goddeloze dienaars.</div><div class="q1"> 13De overeenkomst tussen een arm mens en een machthebber is dat beiden van God het licht in de ogen hebben gekregen.</div><div class="q1"> 14Een koning die de rechten van de arme serieus neemt, is zeker van zijn macht.</div><div class="q1"> </div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkMAT">
 <div class="chapter ch11" data-usfm="MAT.11.16+MAT.11.17+MAT.11.18+MAT.11.19+MAT.11.20+MAT.11.21+MAT.11.22+MAT.11.23+MAT.11.24+MAT.11.25+MAT.11.26+MAT.11.27+MAT.11.28+MAT.11.29+MAT.11.30">
 <div class="p">16Wat kan Ik over u zeggen? U bent net kinderen die buiten spelen en tegen elkaar zeggen: 17&#8220;We hebben fluit gespeeld en jullie wilden niet dansen. Toen hebben we klaagliederen gezongen en jullie wilden niet treuren.&#8221; 18Want Johannes de Doper drinkt geen wijn en eet vaak niet, en u zegt: &#8220;Hij is bezeten.&#8221; 19Ik, de Mensenzoon, eet en drink wel, en u moppert: &#8220;Hij is een veelvraat en een drinker, een vriend van tolontvangers en slechte mensen!&#8221; De praktijk zal wel duidelijk maken wat wijsheid is!&#8217;</div><div class="p"> 20Hij begon verwijten te maken aan de steden waar Hij de meeste wonderen had gedaan. Hij verweet ze dat zij zich niet tot God hadden bekeerd. 21&#8216;Chorazin! Betsa&#239;da! Wat ziet het er voor u slecht uit! Als in de zondige steden Tyrus en Sidon de wonderen waren gebeurd die Ik in uw straten heb gedaan, zouden zij zich allang vol schaamte en berouw tot God hebben bekeerd. 22Voor Tyrus en Sidon zal het op de dag van het grote oordeel minder erg zijn dan voor u. 23En Kafarna&#252;m? Zal het worden verheerlijkt tot in de hemel? Nee, het zal verzinken in het dodenrijk. Want als de geweldige wonderen die Ik in Kafarna&#252;m heb gedaan, in de zondige stad Sodom waren gebeurd, zou ze er nu nog zijn. 24De dag van het grote oordeel zal voor Sodom zeker niet zo erg zijn als voor Kafarna&#252;m.&#8217;</div><div class="p"> 25En Jezus bad dit gebed: &#8216;Vader, Heer van hemel en aarde, dank U wel dat U aan kleine kinderen hebt bekendgemaakt wat u voor wijzen en geleerden verborgen hebt gehouden. 26Ja, Vader, want zo hebt U het gewild.&#8217;</div><div class="p"> 27Hij sprak weer tot de mensen. &#8216;Mijn Vader heeft Mij alles toevertrouwd. Hij is de enige die de Zoon echt kent. En Ik ben de enige die de Vader echt kent. En ook de mensen die Ik heb laten zien wie Hij is, kennen Hem. 28Als de lasten u drukken en u vermoeid bent, kom dan bij Mij. Ik zal u rust geven. 29Voeg u naar Mij en wees mijn leerling, want Ik ben vriendelijk en nederig van hart. Bij Mij zult u diepe innerlijke rust vinden. 30Wat Ik van u vraag is nooit te zwaar en de last die u voor Mij moet dragen, is licht.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

Digging Deeper Daily: By Daily Bible Reading PodcastVoorbeeld

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen