Laten we samen de Bijbel lezen (december).

Wat betekent ‘geloof, hoop en liefde’?

De reis van Matthew, Deel 4: ‘De gaven die jij hebt’

De reis van Simon Peter, Deel 3: 'Innerlijke strijd'

Geloof; Wat houdt dat in?

De reis van Simon Peter, deel 1: 'Genade in mislukking'

De reis van Simon Peter, Deel 2: 'Leren vertrouwen'

Laat er Licht zijn!

Laat Er Licht Zijn (Tienerleiders)

Wat wordt bedoeld met het Koninkrijk van God?

Het Boek

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkREV">
 <div class="chapter ch5" data-usfm="REV.5">
 <div class="label">5</div><div class="s1">De boekrol en het Lam</div><div class="p"> 1Toen zag ik een boekrol in de rechterhand van Hem die op de troon zat. Die boekrol was aan beide zijden beschreven en met zeven zegels verzegeld. 2Ik zag ook een sterke engel die luid riep: &#8216;Wie is het waard om de zegels te verbreken en de boekrol open te maken?&#8217; 3Maar er was niemand in de hemel of op de aarde of onder de aarde die in staat was de rol open te maken en te lezen. 4Ik vond het zo erg dat niemand het waard was om de boekrol open te maken en erin te lezen dat ik begon te huilen. 5Maar een van de ouderlingen zei tegen mij: &#8216;U hoeft niet te huilen, want de Leeuw uit de stam Juda, de nakomeling van David, heeft de overwinning behaald. Daarom mag Hij de zeven zegels verbreken en de rol openmaken.&#8217;</div><div class="p"> 6Toen zag ik, tussen de troon met de vier levende wezens en de vierentwintig ouderlingen, een Lam staan. Het leek wel of het geslacht was. Het had zeven horens en zeven ogen, dat zijn de zeven Geesten van God, die over de hele aarde uitgestuurd zijn. 7Het Lam kwam naar voren en nam de boekrol aan uit de rechterhand van Hem die op de troon zat. 8Toen Hij dat deed, vielen de vier levende wezens en de vierentwintig ouderlingen voor Hem neer. Zij hadden allemaal een harp en een gouden schaal vol heerlijk reukwerk: dat zijn de gebeden van de gelovigen. 9En zij zongen een nieuw lied: &#8216;U bent het waard om de boekrol in ontvangst te nemen en de zegels te verbreken, want U bent geslacht en hebt met uw bloed mensen voor God vrijgekocht uit alle rassen, volken, stammen en taalgroepen. 10U hebt hen bijeengebracht in een Koninkrijk en hen tot priesters van onze God gemaakt. En zij zullen op de aarde heersen.&#8217;</div><div class="p"> 11Toen zag en hoorde ik miljoenen engelen om de troon en ook de wezens en de ouderlingen. 12&#8216;Het Lam dat geslacht is,&#8217; juichten zij, &#8216;is het waard om alle macht, rijkdom, wijsheid, kracht, heerlijkheid, lof en eer te ontvangen!&#8217; 13En ik hoorde alle schepselen in de hemel, op de aarde, onder de aarde en in de zee daarmee instemmen: &#8216;Alle lof, eer, heerlijkheid en macht is voor Hem die op de troon zit en voor het Lam, voor altijd en eeuwig.&#8217; 14De vier wezens zeiden: &#8216;Amen.&#8217; En de vierentwintig ouderlingen vielen in aanbidding neer.</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkREV">
 <div class="chapter ch6" data-usfm="REV.6">
 <div class="label">6</div><div class="s1">Het Lam verbreekt de zegels</div><div class="p"> 1Ik zag dat het Lam &#233;&#233;n van de zeven zegels verbrak. En ik hoorde een van de vier wezens met donderende stem zeggen: &#8216;Kom.&#8217; 2Verder zag ik een wit paard. Op het paard zat iemand met een boog in zijn hand en hij kreeg een kroon op zijn hoofd. Hij trok erop uit als overwinnaar naar zijn volgende overwinning. 3Het Lam verbrak het tweede zegel en ik hoorde het tweede wezen zeggen: &#8216;Kom.&#8217; 4Deze keer kwam er een rood paard. Er zat iemand op die een groot zwaard kreeg. Hij moest de vrede van de aarde wegnemen, zodat de mensen elkaar zouden afslachten. 5Toen het Lam het derde zegel verbrak, hoorde ik het derde wezen zeggen: &#8216;Kom.&#8217; En ik zag een zwart paard, met iemand erop die een weegschaal in de hand hield. 6Er kwam een stem uit het midden van de vier wezens, die zei: &#8216;E&#233;n maat tarwe voor een dagloon en drie maten gerst voor een dagloon. En doe voorzichtig met de olie en de wijn.&#8217;</div><div class="p"> 7Toen Hij het vierde zegel verbrak, hoorde ik het vierde wezen zeggen: &#8216;Kom.&#8217; 8Toen kwam er een paard met een grauwe kleur. De dood zat op zijn rug en het dodenrijk volgde hem op de voet. Die twee kregen macht om een kwart van alle mensen te doden door het zwaard, de honger, de pest en de wilde dieren. 9Toen het Lam het vijfde zegel verbrak, zag ik onder het altaar de zielen van hen die vermoord waren omdat zij de boodschap van God geloofd hadden en daar openlijk voor waren uitgekomen. 10Zij riepen luid: &#8216;U bent een heilig Heerser en U houdt uw woord. Hoelang duurt het nog voordat U wraak neemt voor wat zij ons hebben aangedaan?&#8217; 11Zij kregen allemaal een wit kleed en hun werd gezegd dat zij nog even moesten wachten. Eerst zou het aantal mededienaren en broeders en zusters dat ter wille van Christus gedood zou worden, voltallig moeten zijn.</div><div class="p"> 12Toen Hij het zesde zegel verbrak, zag ik dat er een zware aardbeving kwam. De zon werd zwart als een rouwkleed en de maan rood als bloed. 13De sterren vielen van de hemel op de aarde, als onrijpe vijgen die in een storm van de boom waaien. 14De hemel verdween als een stuk papier dat opgerold wordt, en alle bergen en eilanden werden van hun plaats gerukt. 15Alle mensen verstopten zich in holen en tussen de rotsen: koningen, regeringsleiders en generaals, rijken en sterken, slaven en vrijen. 16Zij schreeuwden naar de bergen en de rotsen: &#8216;Val op ons! Verberg ons voor de ogen van Hem die op de troon zit en voor de toorn van het Lam. 17De grote dag van hun toorn is gekomen en niemand zal die overleven.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

<div class="version vid75 iso6393nld" data-vid="75" data-iso6393="nld">
 <div class="book bkREV">
 <div class="chapter ch7" data-usfm="REV.7">
 <div class="label">7</div><div class="s1">De 144.000 voor Gods troon</div><div class="p"> 1Daarna zag ik vier engelen op de vier hoeken van de aarde staan. Zij hielden de vier winden vast, zodat er nergens een zuchtje wind was. De zee was zo glad als een spiegel en er ritselde geen blad aan de bomen. 2Uit het oosten zag ik een andere engel opkomen, die het zegel van de levende God bij zich had. Hij riep naar de vier engelen die van God macht hadden gekregen om de aarde en de zee schade toe te brengen: 3&#8216;Wacht! Breng nog geen schade toe aan de aarde, de zee en de bomen, want wij moeten eerst het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren drukken.&#8217; 4En ik hoorde hoeveel mensen het zegel kregen: honderdvierenveertigduizend uit het volk van Isra&#235;l: 5twaalfduizend uit elk van de twaalf stammen, dus uit Juda, Ruben en Gad, 6uit Aser, Naftali en Manasse, 7uit Simeon, Levi en Issaschar, 8uit Zebulon, Jozef en Benjamin.</div><div class="p"> 9Daarna zag ik een ontelbare menigte mensen. Zij kwamen uit alle rassen, volken, stammen en taalgroepen. Zij stonden voor de troon en voor het Lam, met witte kleren aan en palmtakken in de hand. 10Zij riepen luid: &#8216;Onze redding komt van onze God, die op de troon zit en van het Lam!&#8217; 11Alle engelen stonden om de troon, de ouderlingen en de vier levende wezens. Zij lieten zich voor de troon op de knie&#235;n vallen, met hun hoofd voorover en aanbaden God. 12&#8216;Amen,&#8217; zeiden zij. &#8216;Alle lof, heerlijkheid, wijsheid en dank, alle eer, macht en kracht is voor onze God, voor altijd en eeuwig. Amen.&#8217;</div><div class="p"> 13Een van de ouderlingen vroeg mij: &#8216;Wie zijn die mensen in witte kleren? En waar komen zij vandaan?&#8217; 14Ik antwoordde: &#8216;Ik weet het niet, maar &#250; wel. Wilt u het mij zeggen?&#8217; En hij zei tegen mij: &#8216;Dat zijn de mensen die de grote verdrukking hebben doorstaan. Zij hebben hun kleren wit gewassen in het bloed van het Lam. 15Daarom staan zij voor de troon van God en dienen zij Hem dag en nacht in zijn tempel. Hij die op de troon zit, zal bij hen wonen. 16Zij zullen geen honger of dorst meer hebben en ook niet meer door de brandende zon en de verzengende hitte gehinderd worden, 17want het Lam, dat voor de troon staat, zal hun herder zijn en hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.&#8217;</div>
 </div>
 </div>
</div>

Laten we samen de Bijbel lezen (november).Voorbeeld

Schrift

Over dit leesplan

Gerelateerde leesplannen