Psalmen 122:1-9
Psalmen 122:1-9 BasisBijbel (BB)
Een pelgrimslied van David. Ik was blij toen de mensen tegen me zeiden: "Laten we naar het huis van de Heer gaan." Nu staan we in je poorten, Jeruzalem. Jeruzalem, stevig gebouwde stad, naar jou komen de stammen van Israël, de stammen van de Heer, om de Heer in zijn heiligdom te prijzen. Hier regeert de koning uit de familie van David, hier spreekt hij recht over het volk. Bid om vrede voor Jeruzalem. Jeruzalem, ik wens je vrede toe, en vrede voor de mensen die van jou houden. Ik wens je vrede toe binnen je muren, en welvaart voor de mensen in je huizen. Uit liefde voor mijn familie en vrienden wens ik je vrede toe, Jeruzalem. Uit liefde voor het heiligdom van onze Heer God, wens ik je al het goede toe.
Psalmen 122:1-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ik was verheugd, toen men mij zeide: Laten wij naar het huis des HEREN gaan. Onze voeten staan in uw poorten, o Jeruzalem. Jeruzalem is gebouwd als een stad, die wèl samengevoegd is; waarheen de stammen opgaan, de stammen des HEREN. Een voorschrift voor Israël is het de naam des HEREN te loven. Want daar staan de zetels ten gerichte, de zetels van het huis van David. Bidt Jeruzalem vrede toe: mogen wie u liefhebben, rust genieten; vrede zij binnen uw muur, rust in uw burchten. Om mijn broeders en mijn vrienden wil ik zeggen: vrede zij in u; om het huis van de HERE, onze God, wil ik het goede voor u zoeken.
Psalmen 122:1-9 Het Boek (HTB)
Wat was ik blij toen men mij voorstelde samen naar het huis van de HERE te gaan. Jeruzalem, wij staan in uw poorten. Jeruzalem is een goed gebouwde stad, waar de stammen van het volk naar toe gaan. Alle stammen die bij de HERE horen. Het is een voorschrift voor het volk de HERE te prijzen. Want in Jeruzalem wordt rechtgesproken en het huis van David is er gevestigd. Bid voor de vrede van Jeruzalem, dat ieder die van de stad houdt, rust mag ervaren. Laat er vrede heersen binnen de muren en rust in elke stadswijk. Ter wille van mijn broers en vrienden zeg ik tot de stad: ‘laat er vrede in u zijn.’ En ter wille van het huis van onze HERE God zal ik het goede zoeken voor de stad Jeruzalem.
Psalmen 122:1-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ik ben verblijd, wanneer zij tegen mij zeggen: Wij zullen naar het huis van de HEERE gaan! Onze voeten staan binnen uw poorten, Jeruzalem! Jeruzalem is gebouwd als een stad die hecht samengevoegd is. Daarheen trekken de stammen op, de stammen van de HEERE, naar de ark van de getuigenis van Israël, om de Naam van de HEERE te loven. Want daar staan de zetels van het recht, de zetels van het huis van David. Bid om vrede voor Jeruzalem, laat het goed gaan met hen die u liefhebben. Laat vrede binnen uw vestingwal zijn, rust in uw burchten. Omwille van mijn broeders en mijn vrienden spreek ik nu: Vrede zij in u! Omwille van het huis van de HEERE, onze God, zal ik het goede voor u zoeken.