Spreuken 2:21-22
Spreuken 2:21-22 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven; Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.
Spreuken 2:21-22 Herziene Statenvertaling (HSV)
De vromen zullen immers de aarde bewonen, en de oprechten zullen erop overblijven. De goddelozen echter zullen van de aarde uitgeroeid worden, trouwelozen zullen ervan weggerukt worden.
Spreuken 2:21-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want de oprechten zullen het land bewonen en de vromen zullen daarin overblijven, maar de goddelozen zullen uit het land worden uitgeroeid en de trouwelozen zullen eruit worden weggerukt.
Spreuken 2:21-22 Het Boek (HTB)
Want de aarde is voor hen die zuiver leven en God zal de oprechten nooit verlaten. Maar hun die zonder God door het leven gaan en zich niet aan Hem of aan hun naaste storen, staat uitroeiing te wachten. Zij worden vernietigd.
Spreuken 2:21-22 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Want zij zullen in het land blijven wonen. Wie leven zoals God het wil, zullen daar altijd blijven. Maar de mensen die zich niets van God aantrekken, zullen worden gedood. Mensen die niet trouw aan God zijn, zullen uit het land worden weggerukt.